Bekijk slideshow
4 Ook wel het everzwijn genoemd 2 De beren hebben twee slagtanden, die door jagers "houwers" worden genoemd. Deze twee slagtanden, hoektanden in de onderkaak, staan naar boven gericht. Ook de bovenste hoektanden zijn sterk ontwikkeld en wijzen eveneens omhoog. Hoe ouder een mannetje is, des te verder steken deze hoektanden naar boven uit. Over de borstkas heeft het mannetje een vier centimeter dikke laag kraakbeen. Deze laag dient ter bescherming van de longen en het hart tijdens gevechten. 1 De biggen zijn bij de geboorte ongeveer 1,1 kilogram zwaar. Gemiddeld hebben volwassen wilde zwijnen een kop-romplengte van 120–180 cm en een schofthoogte van 90 cm. 4 Leeft graag in bossen met beuken en eiken, waar ze gemakkelijk voedsel vinden. Wild zwijn 2 Het wilde zwijn heeft een borstelachtige vacht die 's winters langer en donkerder is dan in de zomer. In het voorjaar vallen de winterharen uit en krijgen ze een kortere en lichtere vacht. Ze hebben een kort en stevig lijf en een afgeplatte sterke snuit. De neus eindigt in een wroetschijf. De achterpoten zijn korter dan de voorpoten en volwassen dieren hebben een staart die eindigt in een pluim. 1 Hagel ontstaat wanneer kleine ijs- en sneeuwkristallen terechtkomen in luchtlagen met grote onderkoelde waterdruppels. Het bovenste deel van een buienwolk, waar het meer dan 20 °C vriest, bevat ijskristallen, terwijl het onderste deel, met temperaturen tussen -10 en -20 °C, onderkoelde druppels bevat. Dalende en stijgende luchtbewegingen in de wolk jagen ijsdeeltjes door niveaus met veel onderkoeld water. Zo komen ze in botsing met andere onderkoelde druppels en ijs. De onderkoelde druppels zetten zich af op de ijskristallen, die groeien en ten slotte als hagel uit de wolk vallen. 1 Het wilde zwijn heeft een borstelachtige vacht die 's winters langer en donkerder is dan in de zomer. In het voorjaar vallen de winterharen uit en krijgen ze een kortere en lichtere vacht. Ze hebben een kort en stevig lijf en een afgeplatte sterke snuit. De neus eindigt in een wroetschijf. De achterpoten zijn korter dan de voorpoten en volwassen dieren hebben een staart die eindigt in een pluim. 4 Wilde zwijnen zijn van nature niet overdag, maar in de schemering en 's nachts actief. Ze zijn omnivoor en eten veel gewassen als maïs, erwten, bonen, sommige aardappelrassen, granen, bieten en eikels, kastanjes en op de grond gevallen fruit. Een relatief onbekende, maar veelvoorkomende voedselbron vormen klavers, grassen en kruiden. De wilg dient als bron voor vitamine A-inname. Paddenstoelen worden niet gegeten, terwijl ze wel dierlijke eiwitten innemen door het eten van gewonde dieren, jonge vogels, salamanders, kikkers,hagedissen, huisjesslakken, naaktslakken, kevers, regenwormen, muizen en aas. Vaak wroeten ze met hun gevoelige snuit in de bodem. Door dit gewroet komt de minerale ondergrond vrij waardoor bepaalde zaden beter ontkiemen. 2 Wilde zwijnen zijn van nature niet overdag, maar in de schemering en 's nachts actief. Ze zijn omnivoor en eten veel gewassen als maïs, erwten, bonen, sommige aardappelrassen, granen, bieten en eikels, kastanjes en op de grond gevallen fruit. Een relatief onbekende, maar veelvoorkomende voedselbron vormen klavers, grassen en kruiden. De wilg dient als bron voor vitamine A-inname. Paddenstoelen worden niet gegeten, terwijl ze wel dierlijke eiwitten innemen door het eten van gewonde dieren, jonge vogels, salamanders, kikkers,hagedissen, huisjesslakken, naaktslakken, kevers, regenwormen, muizen en aas. Vaak wroeten ze met hun gevoelige snuit in de bodem. Door dit gewroet komt de minerale ondergrond vrij waardoor bepaalde zaden beter ontkiemen.
 
Een moment geduld aub...
Een moment geduld aub...
 
Een moment geduld aub...
Een moment geduld aub...

Alle categorieën

Toon alle categorieën