Volgende week is het 80 jaar geleden dat D-Day en de landing in Normandië plaatsvond. Het weer bleek voor het plannen van D-Day cruciaal, en kon het verschil maken tussen succes en mislukking. De loodzware keuze lag deels in de handen van meteorologen, die deze keuze moesten maken zonder moderne hulpmiddelen. In deze blog lees je hoe het weer het verloop van de tweede wereldoorlog veranderde.
Planning
Voor het plannen van de landing moest er rekening gehouden worden met zowel luchtoperaties, als operaties op zee en inzet van landtroepen. De luchtmacht had heldere hemel, een volle maan en goed zicht nodig om vanuit de lucht de doelen te herkennen. De marine had weinig wind en een kalme zee nodig om de troepen veilig af te zetten. De landmacht had vervolgens eb nodig, omdat de Duitse obstakels dan het beste te ontwijken waren.
Voor het plannen van de landing was er dus één grote onzekerheid, het weer. De stand van de maan en de getijden beperkten vervolgens de opties nog meer. Het advies voor het plannen van de invasie lag in handen van een team van meteorologen en andere specialisten. Zij adviseerden de legertop (o.a. opperbevelhebber Eisenhower) om de invasie tussen 5 en 7 juni 1944 te plannen. De datum werd uiteindelijk voorlopig op 5 juni 1944 gezet.
Cruciale taak zonder moderne hulpmiddelen
In de tweede wereldoorlog waren er nog geen supercomputers die betrouwbare weersverwachtingen maken. In die tijd verzamelden meteorologen vooral waarnemingen van het weer, en aan de hand daarvan konden ze een grove schatting maken voor het weer tot 24 uur daarna. James Stagg, door Eisenhower aangesteld als hoofd meteoroloog, en zijn team waren in de weken voor 5 juni druk aan het oefenen. Voor deze oefeningen verzamelden ze metingen van temperatuur, luchtvochtigheid, neerslag en bewolking. Begin juni 1944 waren ze er klaar voor. Toen stond er meer op het spel; de belangrijke beslissing van de invasie lag deels in handen van meteorologen.
Een portret van James Stagg, hoofd meteorologie onder Eisenhower. Bron: Publiek domein
Essentiële waarnemingen uit Ierland
Ons weer komt het vaakst uit het westen, zo ook begin juni 1944. Hierdoor waren waarnemingen uit Ierland, als meest westelijke puntje, essentieel. Aan de Ierse westkust bemanden echtpaar Maureen en Ted Sweeney samen de kustwacht. Ze waren verantwoordelijk voor het noteren en doorsturen van weerwaarnemingen. In de dagen voor D-Day kregen ze opdracht om dit zelfs ieder uur te doen. De waarnemingen van de Ierse Maureen Sweeney bleken uiteindelijk essentieel voor de geallieerden. Daar zagen ze 3 juni om 13:00 ineens een sterke luchtdrukdaling, als eerste kustwacht in Europa. Dit was een voorteken van een (zware) storm! De meteorologen waren door deze waarnemingen meteen alert.
Uitstellen of niet?
Uiteindelijk begon het 3 en 4 juni meer en meer op te lijken dat er 5 juni een weersverslechtering aan zou komen. Er kwam veel druk op het team van meteorologen te staan, want uitstel zou ervoor kunnen zorgen dat de Duitsers achter de plannen voor de invasie zouden komen. Zonder het verrassingselement zou het risico op mislukking ineens een stuk groter worden.
Uiteindelijk werden de meteorologen steeds zekerder van hun zaak, op 5 juni zou het weer verslechteren. Opperbevelhebber Eisenhower stelde door dit advies van de meteorologen de invasie uit. Als het weer niet snel zou verbeteren, dan moesten de geallieerden wachten tot de volgende doodtij (extra lage eb), dit zou pas twee weken later worden. In de tussentijd zou het risico op ontdekking door de Duitsers ook steeds groter worden.
Het weer op 5 juni 1944: een lagedrukgebied treft Schotland, en zorgt voor slecht weer in het Kanaal. Bron: publiek domein
Een schip brengt de redding
Het oog van James Stagg viel in de middag van 4 juni op een bericht van een schip zo’n 1000 kilometer uit de kust van Ierland. Dit schip rapporteerde een sterk stijgende luchtdruk, dit zou een weersverbetering kunnen worden. Er kwam later die avond meer goed nieuws, de luchtdruk op dat schip bleef maar stijgen, een hogedrukgebied was misschien wel onderweg. De meteorologen en Eisenhower stonden voor de lastige keuze die duizenden mensenlevens zou kunnen kosten. Ze zouden 160 000 troepen naar de goed verdedigde Franse kust sturen. De troepen konden ieder goed weer gebruiken. Het verloop van de oorlog lag in hun handen. Verder uitstel was riskant, en de meteorologen uit de Verenigde Staten waren niet overtuigd van de weersverbetering. Gelukkig begon de luchtdruk op steeds meer plaatsen te stijgen. Uiteindelijk werd op diep in de nacht, 5 juni om 04:30 de knoop doorgehakt: op 6 juni zouden de geallieerden hun langverwachte invasie in West-Europa lanceren.
Het weer op D-Day
Het weer op de uiteindelijke dag van de landing bleek toch slechter dan verwacht. Een harde wind en een ruige zee zorgden voor problemen met de landingsschepen. Bovendien kwam de vloed door de harde wind sneller op dan verwacht. Hierdoor waren de versperringen aan het strand moeilijker te omzeilen. Aan de Franse kust zorgde lage bewolking ervoor dat de luchtmacht zeer slecht zicht had. Sommige vliegtuigen gingen boven de bewolking vliegen, sommigen eronder. De vliegtuigen die lager gingen vliegen werden begroet met luchtafweer. Door het slechte zicht werden parachutisten soms ver van hun doel gedropt.
Zwaarbewolkte omstandigheden tijdens de landing. Deze foto is om 06:30 gemaakt, waarschijnlijk op 6 juni 1944. Bron: Courtesy of The National WWII Museum.
Uiteindelijk de juiste beslissing
Ondanks het vrij slechte weer bij de landing, was men achteraf blij dat het niet uitgesteld was tot 19 juni. Op 19 juni stond er onverwacht een zware stormwind in het kanaal. Die storm heeft twee tijdelijke “Mulberry” bevoorradingshavens verwoest, en nog een ander zwaar beschadigd. Hierdoor werd de bevoorrading van het offensief in Frankrijk tijdelijk verstoord. Achteraf werd de storm omschreven als "de zwaarste storm in het Engels kanaal van de afgelopen 20 jaar". Mocht het planningsteam toch hebben gekozen voor 19 juni als dag voor de landing in Normandië, dan was de invasie misschien wel mislukt of nóg verder uitgesteld.
Bovendien zorgde het slechte weer op 5 juni er ook voor dat de Duitsers niet in de gaten hadden dat er een enorme hoeveelheid troepen in Zuid-Engeland werd opgebouwd. Duitse meteorologen hadden niet de cruciale meting waaruit bleek dat de luchtdruk ging stijgen, en daarom verwachtten zij geen weersverbetering. Mede daardoor kwam de invasie voor de Duitsers op 6 juni onverwacht.
Dit is een "Mulberry", hiervan werden er dus 2 verwoest in de storm van 19 juni. Een derde raakte zwaarbeschadigd. Een Mulberry is een tijdelijke haven, aangelegd ter bevoorrading van de troepen. Bron: Courtesy of The National WWII Museum.
Bronnen:
How D-Day Was Delayed By A Weather Forecast
How a weather forecast made history - the D-Day Landings
The RAF weathermen who helped save D-Day
Her weather report delayed D-Day by a day - and ensured its succes