Dauwpunt, oftewel dauwpunttemperatuur komt regelmatig in de Meteorologie ter sprake. Hoewel deze term niet zo vaak tijdens een weerpraatje langs komt, speelt de dauwpunttemperatuur wel een belangrijke rol tijdens het maken van een weersverwachting.
In de meteorologie zijn er verschillende soorten temperaturen. Uiteraard gaat het vaak om te meten hoe warm of hoe koud de lucht is. Maar er is meer informatie die de meteorologen nodig hebben, eindelijk een verwachting te kunnen maken. Bijvoorbeeld hoeveel vocht er in de lucht zit. En dan bij welke temperatuur het vocht in de lucht gaat condenseren.
Foto: Ria Luttikold (De Heurne)
Luchtvochtigheid
In de lucht zit er vocht, oftewel waterdamp (dus water in de gasvormige fase). Soms is er heel weinig vocht aanwezig, dan is de lucht 'droog'. Andere keren is een luchtmassa weer erg vochtig. Om de hoeveelheid vocht in de lucht weer te geven, wordt de term 'relatieve luchtvochtigheid' gebruikt. Het lijkt misschien wel een beetje abstract, want de meeste van de tijd zie je het vocht in de lucht niet.
Maar waterdamp is áltijd in de lucht aanwezig. Het water komt in de lucht door verdamping (dus de faseovergang van vloeibaar water naar gasvormig water). Afhankelijk van de weersomstandigheden (temperatuur, windsnelheid, luchtvochtigheid) gaat verdamping snel of langzaam. De hoeveelheid waterdamp die de lucht maximaal kan vasthouden, is afhankelijk van de temperatuur van de lucht. Warmere lucht kan meer vocht bevatten dan relatief koude lucht. Even ter beeldvorming: bij een luchttemperatuur van zo’n 10 graden ‘past’ er ruim 9 gram waterdamp per kubieke meter lucht in. Bij hogere temperaturen wordt dit al snel meer.
Hoe warmer de lucht, hoe meer waterdamp er in de lucht kan zitten. Bij een luchttemperatuur van 10 graden Celsius past er zo'n 9 gram waterdamp per kubieke meter in.
Dan is er iets als absolute luchtvochtigheid en relatieve luchtvochtigheid. De absolute luchtvochtigheid duidt aan hoeveel waterdamp er op een bepaald moment in de lucht aanwezig is. De relatieve luchtvochtigheid geeft weer aan, in procenten, hoeveel waterdamp er in de lucht is vergeleken met hoeveel er in kán zitten. Relatieve luchtvochtigheid wordt gemeten met een hygrometer.
Is de lucht verzadigd, dus met de maximale hoeveelheid vocht, zal de waterdamp gaan condenseren en zichtbaar worden in de vorm van bijvoorbeeld mist of bewolking.
Foto: Ben Saanen (Budel)
Dan de dauwpunttemperatuur
Het woord zegt al deels wat het betekent: het punt, oftewel de temperatuur waarbij dauw vormt. Het is dus ook de temperatuur waarbij wolken kunnen vormen. Of anders gezegd: het is de temperatuur waarbij de lucht verzadigd is en het overschot aan waterdamp begint te condenseren.
De waarde van het dauwpunt ligt dan ook altijd lager dan (of is nagenoeg even hoog als) de actuele luchttemperatuur. Als de twee ‘temperaturen’ aan elkaar gelijk zijn, is de lucht verzadigd (een relatieve luchtvochtigheid van vrijwel 100%). Het verschil tussen de actuele temperatuur en het dauwpunt is voor de meteorologen een goede inschatting om te zien hoe droog de lucht is. En zoals je nu vast wel begrijpt: hoe groter het verschil tussen deze temperaturen, hoe droger de lucht dus is!
Even ter voorbeeld: ligt de actuele temperatuur op 7 graden en is het dauwpunt 4 graden, dan moet de lucht zo'n 3 graden afkoelen voor mist of wolken om te gaan vormen. 's Avonds en 's nachts is de luchttemperatuur dichtbij het aardoppervlak vaak lager dan de luchttemperatuur erboven (overdag is het trouwens andersom omdat het aardoppervlak wordt opgewarmd door de zon). Daarom vormt er 's nachts makkelijker grondmist of 'koeienpotenmist' en pas later mist op ooghoogte. De temperatuur dichter bij het aardoppervlak komt dus 's nachts sneller bij het dauwpunt dan de temperatuur op bijvoorbeeld anderhalve meter hoogte.
Mist (Foto: Ton de Brabander, Opheusden)
Het dauwpunt speelt ook een belangrijke rol in hoe mensen het weer ervaren, bijvoorbeeld hoe warm een bepaalde temperatuur 'aanvoelt'.
Gevoelstemperatuur
Het dauwpunt en dus de hoeveelheid luchtvochtigheid is indicatief of het bij een bepaalde temperatuur benauwd gaat aanvoelen of niet. Een hoge luchtvochtigheid betekent dat je niet zo makkelijk je zweet in de lucht kwijt kan (door verdamping ervan), waardoor het warmer aanvoelt. Vaak voelt het dan ook juist benauwd aan. Het hoogste dauwpunt ooit op aarde gemeten was op 8 juli 2003 in de stad Dharaan, Saoedi-Arabië en bedroeg 35 graden, terwijl de luchttemperatuur die dag 42 graden was.
Hoe warm een temperatuur aanvoelt, oftewel de gevoelstemperatuur wordt tijdens warme dagen en hoge luchtvochtigheid ook wel 'Hitte-index' genoemd. Bijvoorbeeld bij een luchtvochtigheid van 80% voelt een luchttemperatuur van 28 graden alsof het eigenlijk 32 graden is.
Een hoge dauwpunt wordt niet door iedereen hetzelfde ervaart. Woon je in de tropen, dan ben je waarschijnlijk meer gewend aan een hoger dauwpunt. Verder richting de polen is een lagere dauwpunttemperatuur misschien al ondraaglijk. De afgelopen tijd was het dauwpunt dichtbij de actuele temperatuur en dus was de luchtvochtigheid ook hoog. Vandaag tot en met zondag is het niet veel anders.
De hoge luchtvochtigheid de komende dagen gaan gepaard met maxima ruim boven het langjarig gemiddelde. Wel is het zo dat bijvoorbeeld morgen in het zuiden de temperatuur een stuk lager ligt dan in de rest van het land. Het zal de komende dagen dus niet per se in het hele land benauwd aanvoelen.
Zomerse buien
Het dauwpunt wordt ook gebruikt om het wolkenbasis (de onderzijde van bewolking) te berekenen. Een hoog dauwpunt zorgt ook voor een grotere kans op het ontstaan van onweersbuien: warme lucht stijgt en komt hoger op terecht in een wat koudere luchtmassa. Als het dauwpunt vrij hoog is, ontstaan er al snel wolken. Tijdens het condenseren komt er warmte vrij (condensatiewarmte), waardoor de warmere lucht minder snel afkoelt naar de temperatuur van de omgeving. Hierdoor blijft de lucht verder stijgen.
Een hoog dauwpunt in combinatie met een instabiele atmosfeer betekent dat er aan de onderkant van de wolk een lang aanvoer van vochtige lucht is. Dat betekent dat zo'n wolk verder kan uitgroeien en eventueel een typische buienwolk, oftewel cumulonimbus kan vormen. Daarom gaan hoge dauwpunttemperaturen in de zomer vaak gepaard met stevige regen- en onweersbuien.
Foto: H Groot (Andijk)
Ook nuttig in de winter
In de wintermaanden wordt de dauwpunttemperatuur ook regelmatig gebruikt. Bij een dauwpunt rond nul en kans op neerslag in de wintermaanden, kun je uitgaan van winterse neerslag. Het dauwpunt wordt tijdens de wintermaanden ook gebruikt om te bepalen of er kans is op gladheid. Als het dauwpunt en de actuele temperatuur dichtbij elkaar zijn en ze zijn allebei rond of onder het vriespunt, kan het water dat dan gaat condenseren, neerslaat als ijs op het wegdek (of het kan gewoon sublimeren op het wegdek, dus direct van de gasvormige fase overgaat naar de vaste fase van water).