Als je denkt aan een echt koude winter dan vriest het in december, sneeuwt het in januari, schaatsen we met zijn allen op de sloot, hangen de ijspegels langs de ramenen bevriezen je vingers door je wanten. Het voelt voor veel mensen als het sentiment van vroeger en dit klopt ook wel een beetje, want de winters worden steeds minder koud en hiermee ook korter.
Je zou kunnen denken hoezo wordt de winter korter? Die is toch altijd even lang? Theoretisch gezien wel ja. Door de baan van de aarde om de zon zijn alle seizoen ongeveer even lang. Dit jaar begon de astronomische winter op 21 december 2024 en eindigt deze in 2025 op 20 maart. Hij gaat van start op de kortste dag van het jaar en eindigt op het moment dat de zon loodrecht op de evenaar staat. Vanaf dat moment wordt het weer langer licht dan dat het donker is. Ook de meteorologische winter heeft altijd dezelfde lengte. Dezebegint 1 december en eindigt 1 maart. Omdat de meteorologische seizoenen altijd op dezelfde datum beginnen, kan precies gemeten en vergeleken worden. En precies dankzij deze nauwkeurige metingen zien we dat de winter zich de afgelopen jaren anders gedraagt.
Winter steeds korter
Waar we eerder uitgingen van seizoenen die allemaal ongeveer even lang zijn, zien we de afgelopen jaren de seizoenen steeds meer verschuiven. De trend is dat de afgelopen tientallen jaren zowel de lente, zomer als herfst steeds wat langer zijn worden. De lente gaat hierbij aan kop: in 30 jaar tijd is deze met 23 dagen vervroegd. Al deze verschuivingen gaan ten koste van de winter. Door de opwarming in Nederland is de periode met echt koude, winterse temperaturen van ongeveer 4 graden of kouder inmiddels serieus ingekort. Als we de periode 1961-1990 en 1991-2020 naast elkaar leggen, kun je stellen dat de winter ieder jaar een ruime dag korter wordt. De lente, zomer en herfst winnen dagen, maar de winter levert flink in. bron: KNMI
Minder aanvoer koude lucht
Gelegen aan de Noordzee en indirect de Atlantische Oceaan met een warme golfstroom vanaf de Golf van Mexico hebben we in Nederland te maken met een gematigd zeeklimaat. Dit betekent dat de winters worden beïnvloedt door het relatief warme zeewater. Wanneer de wind uit westelijke hoek waait, stroomt deze over dit relatief warme zeewater richting ons land. De wind vanuit de westhoek betekent dus geen winterkou. Ook bij een zuidelijke wind hoef je niet te rekenen op lage temperaturen. Voor echt winterweer hebben we een oostelijke tot noordelijke wind nodig. Bij een noordenwind komt de lucht rechtstreeks vanaf de ijskoude Noordpool. Een oostenwind betekent vaak een hogedrukgebied in de buurt en tijdens opklaringen kan het hieronder in de winter flink afkoelen. Ook kan vanuit deze hoek gemakkelijk de winterkou uit koude brongebieden zoals Rusland ons land bereiken, de zogenaamde transportkou.
De afgelopen jaren komt de wind in NL steeds vaker vanuit de warmer westhoek en minder vaak uit het koudere oosten of noorden.
Meer westenwinden, minder koude brongebieden, minder transportkou
Nu zien we de afgelopen tientallen jaren een toename van de westenwind en juist een afname van de wind uit de koude noord- en oosthoek. Volgens de klimaatscenario’s van het KNMI kan een opwarmend klimaat de ligging van hoge- en lagedrukgebieden veranderen en hiermee dus ook de windrichting. Waaide de wind gedurende de vorige eeuw in de meeste jaren voor meer dan 40 procent uit het noorden of oosten, tussen 2011 en 2020 is dit gedaald tot gemiddeld nog maar 25 procent. Gedurende de hele vorige eeuw waaide de wind gemiddeld minder dan de helft van het jaar uit het westen. Nu is dat toegenomen tot meer dan 60 procent.
Bovenstaande grafiek laat zien dat de westenwind in NL de afgelopen 10 jaar flink is toegenomen.
Daarbij komt ook nog dat de zogenaamde brongebieden die in het noorden en oosten liggen en waar de wind vandaan komt, de afgelopen jaren door klimaatverandering sterk zijn opgewarmd. De lucht die hier deze eeuw vandaan komt is doorgaans niet meer zo koud als vorige eeuw. In de vorige eeuw gaf een noordoostenwind van over een bevroren Baltische Zee geheid sneeuw in Nederland. De afgelopen jaren heeft deze situatie vooral regen opgeleverd. De oorzaak was een nog niet (genoeg) dichtgevroren Baltische Zee.
Wintertemperatuur verschuift per uur halve meter naar oosten
Laten we eens kijken naar de stijging van de wintertemperatuur in de maanden januari en februari van 1991-2020 ten opzichte van de periode 1961-1990. Het KNMI heeft berekent dat deze de afgelopen 30 jaar in Twente met 1,1 graad is gestegen en in Schiphol met 1,2 graden. Volgens de cijfers van het KNMI is de wintertemperatuur in Twente van 1991-2020 met gemiddeld 3,1 graden ongeveer even hoog als in Schiphol 30 jaar eerder met 2,9 graden. De afgelopen 30 jaar is de temperatuur in deze maanden dus 150 km oostwaarts opgeschoven. Omgerekend is dit 5 kilometer per jaar en een halve meter per uur. Simpel gezien zou je ook kunnen zeggen dat qua wintertemperatuur het oosten het nieuwe westen is geworden.Wintertemperatuur Schiphol vs. Twente. In het rood vind je de huidige klimaatperiode en in het blauw de voorgaande. Bron: KNMI
Noordelijk halfrond: tot 3 weken per jaar minder vorstdagen
Deze situatie geld niet alleen voor Nederland, maar voor meerdere landen op het noordelijk halfrond. Ook in andere landen op het noordelijk halfrond komt het minder vaak tot winterse temperaturen, vertelt de organisatie Climate Central naar aanleiding van een recente analyse. In dit onderzoek is gekeken naar de dagelijkse minimumtemperatuur in 123 landen gedurende de maanden december, januari en februari in de afgelopen tien jaar (2014-2023). Het resultaat is niet mals: In bijna alle landen is de winter duidelijk veranderd als gevolg van klimaatopwarming.
44 landen hebben ten minste één extra week met dagen boven het vriespunt erbij gekregen, oftewel minder vorstdagen tussen december en februari. In 25 landen, waaronder Italië, Frankrijk en ook Nederland zit het aantal verloren winterdagen tussen 1 en 1,5 week. Landen als Denemarken, Estland en Litouwen hebben moeten zelfs 3 weken aan vorstdagen inleveren. Dit heeft deels te maken met de eerder genoemde Baltische Zee die door de opwarming van de aarde de afgelopen tijd een stuk minder koud is en vaak veel later bevriest dan vroeger gebruikelijk was.
Breed gewortelde gevolgen
Dat de winters op het noordelijk halfrond minder koud zijn heeft breed gewortelde gevolgen. Het heeft bijvoorbeeld invloed op neerslag (regen en sneeuw), de landbouwer, wintersportgebieden, watervoorzieningen en nog veel meer. Ook wordt de levenscyclus van dieren, en planten insecten beïnvloed. Zo houden niet alle dieren meer een winterslaap, waardoor ze kunnen verhongeren, zijn er meer muggen in de winter, blijft je gras doorgroeien en kunnen hooikoortsklachten ook in de winter de kop opsteken, omdat bepaalde gewassen heel laat in de december, maar ook weer vroeg in het nieuwe jaar tot bloei komen. En of die Elfstedentocht nou ooit nog komt in Nederland? Die kans wordt vooralsnog steeds kleiner.
Komen de koude winters terug bij kantelpunt stagnatie warme golfstroom?
Om je een idee te geven wat de invloed voor Nederland is van de warme golfstroom: het noorden van Canada en Noordwest-Europa liggen op dezelfde breedtegraad, maar doordat Nederland aan de warme golfstroom ligt en Canada juist aan de koude Golfstroom verlopen de winters in Canada een flink stuk kouder.
Zie hierboven de uitleg van de werking van de Golfstroom. Meer zoetwater betekent een stagnering van de Golfstroom en dus relatief warm water langs de kust van Nederland. Bron: KNMI
Al een aantal jaren staat de snel verzwakkende golfstroom hoog op de lijst van zogenaamd mogelijke kantelpunten die kunnen plaatsvinden als de aarde wereldwijd nog verder opwarmt. Een kantelpunt kun je omschrijven als een snelle, lange tijd onomkeerbare verandering die plaatsvindt als er een bepaalde kritieke grens wordt overschreden. In dit geval leidt overmatige opwarming van de aarde tot overmatige ijssmelt, met name rond de polen. Hierdoor komt teveel zoetwater bij het zoute water in de zee.
Normaliter stroomt het warme water via de Golf van Mexico richting de Noordpool waar het afkoelt en zinkt. Door het afzinken van het zoute water zou de stroming zichzelf in stand houden en blijft er een stevige stroom met relatief warm water langs ons land richting Noordpool bewegen. Omdat zoet (smelt)water minder zwaar is dan zout water kan bij de Noordpool het afgekoelde water minder goed zinken, waardoor de warme Golfstroom sterk zou kunnen afremmen met een flinke afkoeling van het oceaan- en zeewater bij Nederland tot gevolg. Het antwoord op de vraag of de winters in Nederland dan kouder zouden kunnen verlopen is ja, het behoort tot de mogelijkheden. Maar wanneer, hoe snel en hoe extreem dit zou kunnen gebeuren is vooralsnog te onduidelijk. Hier moet meer onderzoek naar worden gedaan om tot de juiste feiten te komen.
Het weer voor de komende dagen en Kerst: voorlopig geen winter
Terug uit de verdere toekomst richten we onze blik op de komende dagen en wat schetst: ook deze verlopen verre van winters. De maximumtemperatuur komt met 6 tot 10 graden ruim boven gemiddeld uit. Ook de minimumtemperatuur is met 4 tot 8 graden bijna lauw te noemen. Het weer hierbij is rondom Kerst betrekkelijk rustig. Het is meest droog, maar de zon gaan we niet veel zien. Bekijk voor het weer rondom Kerst en een schuin oog naar de jaarwisseling ons uitgebreide weerbericht. Fijne Feestdagen!