Morgen doet de astronomische winter zijn intrede. De meteorologische winter is echter al drie weken oud. Hoe dat zit en waarom dat verschil van drie weken er is, lees je in deze blog.
Seizoenen
Op 1 december begon de meteorologische winter. Dat is eigenlijk bepaald door meteorologen zelf. Ieder seizoen duurt precies drie maanden lang. De reden hiervan is dat het een stuk eenvoudiger is om alle klimatologische gegevens bij te houden. De meteorologische lente begint dus 1 maart, de zomer 1 juni en de herfst 1 september. Astronomische seizoenen beginnen niet altijd op dezelfde datum maar ergens rond de 21ste. De exacte start van een astronomisch seizoen wordt bepaald door de stand van de zon ten opzichte van de aarde.
De astronomische seizoenen starten niet altijd op de 21ste.
De aarde draait in 24 uur om zijn eigen as. Hiermee verklaren we dag en nacht. Maar de aarde draait in een jaar ook een rondje om de zon. Omdat de aarde in een hoek staat, kennen we seizoenen.
In de zomer op het noordelijk halfrond staat de zon rond 21 juni loodrecht op de Kreeftskeerkring. Dit luidt dan ook gelijk het begin van de winter in op het zuidelijk halfrond. Morgenochtend om 10:21 uur staat de zon loodrecht boven de Steenbokskeerkring en begint op het noordelijk halfrond de astronomische winter
De zon staat vanavond loodrecht boven de Steenbokskeerkring. Bron: Wikipedia
Kortste dag
21 december is bij ons naast de start van de winter tevens de kortste dag. De zon staat op zijn laagst boven de horizon. Hoe dit precies zit, lees je in deze blog. In Nederland hebben we vandaag ongeveer slechts 7 uur en 45 minuten daglicht.
Wist je trouwens dat het nog veel korter kan. Hoe verder noordelijk, hoe langer het donker is. In Rovaniemi, Lapland, komt de zon om 11:08 uur op en gaat hij alweer om 13:23 uur onder. Dat betekent dus net iets meer dan 2 uur daglicht!
De zon staat morgen op zijn laagst
