Afgelopen jaar hadden we te maken met een straffe El Niño. Op veel plaatsen kwam er extreme droogte voor en in Nederland was het inderdaad een nat voorjaar. Eerder dit jaar ging de El Niño over in een 'neutrale fase' van ENSO en toen leek het dat er mogelijk later dit jaar een La Niña zou ontstaan. De kans is dus nog groter geworden: we krijgen de komende maanden waarschijnlijk met een La Niña te maken.
In onze atmosfeer en de oceanen zijn er enkele fenomenen die invloed hebben op het weer in grote delen van de wereld. De "El Niño Southern Oscillation" is er eentje van. Het El Niño Southern Oscillation-effect, oftewel het ENSO-effect doet zich voor langs de evenaar in de oostelijke Stille Oceaan. Het gaat met name om perioden waarin de zeewatertemperaturen over dit gebied van de Stille Oceaan veranderen. Veranderde zeewatertemperaturen hebben effect op de luchtdruk (en dus het weer) boven deze gebieden. En omdat de Stille Oceaan zo enorm is, heeft dit fenomeen gevolgen voor de grootschalige circulatie in de atmosfeer (bekend als Walker Circulatie) boven deze watermassa en eventueel voor het weer en het klimaat van een groot deel van de Tropen en Subtropen.
Een diagram van de neutrale en La Niña-fase van ENSO met daarbij de Walker Circulatie (bron: PAR via Wikipedia)
Er zijn drie verschillende fases van ENSO, namelijk de neutrale fase, El Niño en La Niña. De neutrale fase is als de zeewatertemperaturen rond de evenaar in de oostelijke Stille Oceaan (met name voor de kust van Zuid- en Centraal-Amerika, strekkend over de evenaar richting Papoea-Nieuw-Guinea en het noorden van Australië) geen of nauwelijks een afwijking laten zien van de gemiddelde waarden. La Niña komt weer voor wanneer de temperatuur van het zeewater in dit gebied kouder dan gemiddeld is. El Niño is dan het tegenovergestelde van La Niña, dus als het zeewater relatief warmer is dan gemiddeld aan de westkust van Zuid-Amerika.
Normaal ligt de temperatuur van het zeewater aan de westkust van Zuid-Amerika wat lager dan die van het zeewater rond Australië en Zuidoost-Azië. Dat zorgt voor een stijging van relatief warmere, vochtigere lucht rond de evenaar in de westelijke Stille Oceaan, die vervolgens zorgt voor regen en buien in dat gebied.
Tijdens een La Niña wordt het zeewater langs de westkust van Zuid-Amerika kouder dan normaal. Dat zorgt voor een sterkere luchtcirculatie en vervolgens ontstaan er nog zwaardere regenbuien boven Zuidoost-Azië en juist meer droogte voor de westkust van Zuid-Amerika.
Als het zeewater aan de kust van Peru en Ecuador juist opwarmt, is er sprake van een El Niño. Boven het relatief warme zeewater nabij Peru en Ecuador kan de lucht dan gemakkelijk stijgen. Deze lucht koelt af en condenseert, met als gevolg de vorming van soms grote buienwolken rond dit gebied. In Azië zorgen de dalende luchtbewegingen boven het relatief koude zeewater juist voor drogere omstandigheden.
Normaal duurt een fase van ENSO een paar maanden of zelfs een jaar of 2. De afgelopen El Niño duurde zo'n 11 maanden, maar in die tijd had deze fase van ENSO veel gevolgen. In 2023 waren de rivieren wereldwijd uitzonderlijk droog. Ook smolten de gletsjers het snelst in decennia. Bovendien was het jaar 2023 het warmst sinds de metingen zijn begonnen en mogelijk is 2024 nóg warmer. Denk hier nog verder aan de droogte momenteel op meerdere plekken in de wereld. En natuurlijk het natte voorjaar in Nederland! Uit onderzoek blijkt dus dat El Niño in de periode 1870 tot 2000 tot een relatief nat voorjaar leidt (tenminste, volgens de statistieken).
Nu gaan we over naar een La Niña. Op dit moment lijkt deze La Niña niet zo heftig te gaan uitpakken... het wordt waarschijnlijk dus een zwakke La Niña. We zouden er dus niet zo heel veel van moeten merken.
Zeewatertemperatuuranomalie van 12 oktober 2024. Langs de westkust van Zuid-Amerika en ook rond de evenaar in de Stille Oceaan (in het midden) is het zeewater relatief koeler dan gemiddeld (Bron: NOAA)
Terwijl een El Niño in meerdere gebieden zorgt voor bijvoorbeeld extreme droogte (in onder ander Indonesië, Noord-Australië en zuidelijk Afrika) en veel regen langs de westkust van Zuid-Amerika, zorgt La Niña weer voor meer regen in gebieden zoals zuidelijk Afrika en Zuidoost Asië, en juist weer droogte in Oost-Afrika, het zuiden en oosten van de VS en natuurlijk Peru.
Wat duidelijk is in de afbeelding hierboven, is dat La Niña geen directe invloed heeft op het weer in Europa. Wel zorgt La Niña dat een krachtig hogedrukgebied rond Alaska ontstaat. Dat heeft weer een invloed op de straalstroom. Die buigt namelijk zuidelijk over Noord-Amerika. Als de straalstroom Noord-Amerika verlaat, zijn er verschillende richtingen die het kan volgen. Het ligt een beetje aan wat voor drukgebieden er boven de Noordelijke Atlantische Oceaan zijn. Ook speelt de SSW (Sudden Stratospheric Warming) een rol. Er zijn dus meerdere dingen die het weer boven Europa beïnvloed. Wat voor weer we de komende maanden gaan krijgen, moeten we dus nog even afwachten.