Actueel

Typisch herfstweer: hoe ontstaat mist?

Vanochtend hadden we er voor het eerst deze meteorologische herfst weer op grote schaal mee te maken: mist! Op sommige plekken was het zicht zelfs minder dan 100 meter. Ook komende nacht kan er weer mist ontstaan. Hoe ontstaat mist ook alweer en wanneer mag je wel/niet je mistlichten gebruiken? Een opfriscursus nu de dagen weer steeds korter worden en we ongetwijfeld weer meer met mist te maken gaan krijgen!

Wat is mist?

Mist is in principe niets anders dan een laag bewolking dat zich vanaf de grond naar boven uitstrekt, terwijl normale bewolking uiteraard (ruim) boven de grond hangt. Mist vormt zich doordat de lucht al het vocht niet meer in de vorm van waterdamp vast kan houden. Er zijn allerlei verschillende soorten mist, maar voor het geval van komende nacht spreken we van zogeheten stralingsmist.

96a0577b-82d5-4c97-aa95-66e0b8d005b0.jpg

Figuur 1: Mist boven de snelweg. Foto: Albert Thibaudier, Heerenveen

Stralingsmist

Je hoort het de meteoroloog op televisie of in het weerbericht wel eens zeggen: "Bij opklaringen kunnen mistbanken ontstaan". In dit geval komt dit door stralingsmist. Overdag straalt de zon op het aardoppervlak. Die straling bevat energie en hierdoor warmt het aardoppervlak op. Deze warmte wordt met de lucht erboven uitgewisseld en dus warmt dan de lucht ook op.

In de nacht is de zon natuurlijk allang weg, maar dat betekent niet dat er geen straling meer is. Wat namelijk ook gebeurt, zowel overdag als in de nacht, is uitstraling. Overdag wint de inkomende zonnestraling en warmt het op, maar in de nacht is die inkomende straling weg en koelt het door de uitstraling dus af. Het aardoppervlak straalt zelf, door zijn warmte, ook weer uit en verliest daardoor energie. Een verlies aan energie betekent dan ook dat het aardoppervlak afkoelt en, net zoals het overdag opwarmt, koelt de lucht vlak boven het aardoppervlak ook weer af. Dit afkoelen is het belangrijkste proces voor de vorming van stralingsmist.

d4e09931-36c4-4656-9e71-b0ae05323669.jpg

Figuur 2: Dat het aardoppervlak afkoelt door uitstraling is een van de belangrijkste processen voor mistvorming.

Onzichtbare waterdamp

Lucht bevat altijd een hoeveelheid waterdamp (vocht in gasvorm, niet zichtbaar voor het oog). De hoeveelheid waterdamp is afhankelijk van de luchtsoort; lucht afkomstig van zee is logischerwijs vochtiger. Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht. Een uitgebreide uitleg hierover lees je in deze blog.

Koudere lucht kan dus minder waterdamp bevatten. Als het dus vochtig genoeg is en/of de lucht hard genoeg afkoelt, zit de lucht op een gegeven moment "vol" met waterdamp. Het kan niet alle waterdamp meer vasthouden en als gevolg treedt er condensatie op in de vorm van kleine waterdruppeltjes die klein genoeg zijn om te blijven zweven: we hebben mist. Wanneer hier sprake van is, is de relatieve luchtvochtigheid ook 100%. Oftewel: de lucht is verzadigd.

779f9fe0-277e-4bd3-9f53-68131fc48993.jpg

Figuur 3: Het aardoppervlak is afgekoeld en de lucht is verzadigd: er ontstaat mist. 

Typisch in de herfst en winter

Dit hele proces, waarin afkoeling zo belangrijk is, verklaart ook meteen waarom de kans op mist toeneemt met het lengen van de nachten. Hoe langer het donker is, hoe langer het kan afkoelen en hoe groter de kans op condensatie is. In de zomermaanden is de kans op mist een stuk kleiner omdat de periode dat het kan afkoelen een stuk korter is.

Mist begint aan de grond

Zoals eerder gezegd, de lucht die zich het meest dicht bij het aardoppervlak bevindt koelt als eerst af, daarna pas de lucht daar weer boven. Het condenseren en het ontstaan van mist begint daarmee aan het aardoppervlak. In windarme avonden zie je dan ook vaak de dunne mistlaag op de weilanden ontstaan. Deze dunne laag noemen we grondmist. Staat er nauwelijks wind, dan blijft het ook bij grondmist en kunnen we er zonder hinder overheen kijken.

5292568_source.jpg

Figuur 4: Een goed voorbeeld van grondmist, waarbij we nog prima boven de mistlaag uit kunnen kijken. Foto: Wouter van Bernebeek, Almkerk.

Beetje wind

Een dikkere mistlaag ontstaat wanneer er een zwakke wind staat (1-2 Bft). De afgekoelde en vochtige lucht wordt door de wind over een dikkere laag gemengd, waarmee de mistlaag groeit. Er moet ook niet teveel wind staan, want dat gaat het afkoelingsproces tegen. Daarnaast mengt drogere lucht op hoogte met de laag eronder waardoor mist geen kans krijgt. Het zicht kan enkel matig zijn door nevelige condities, maar in elk geval niet slecht door stralingsmist als er veel mist staat.

Een paar voorwaarden op een rij waar aan moet worden voldaan, voordat het mistig wordt:

- Het moet redelijk helder zijn. Bewolking zorgt voor een isolerende deken, waardoor het aardoppervlak niet voldoende kan afkoelen om mist te laten ontstaan. 

Nachtelijke afkoeling - WEER_3.jpgFiguur 5: Onder een heldere hemel kan de aarde flink uitstralen, een wolkendek werkt als een soort deken en kaatst de straling gewoon terug naar het aardoppervlak. Gevolg: het koelt niet af.

- Er moet voldoende vocht in de lucht aanwezig zijn. Als de lucht heel droog is, ontstaat er geen overschot aan waterdamp in de lucht. En dus ook geen condensatie en mistdruppeltjes. 

- Er moet een beetje wind staan, niet teveel, maar ook niet te weinig. Bij harde wind mengt de lucht best veel en komt warmere lucht van hoogte bij de koelere lucht nabij de grond, waardoor het ook niet hard genoeg kan afkoelen. Is er te weinig wind, dan blijft de mist dicht bij de grond hangen en komt het niet verder dan een dun laagje grondmist boven de weilanden waarin de poten van een koe net verdwijnen. Is het windstil, slaat het vocht neer op de weilanden en ook dan ontstaat geen mist.

“De oplossing”

s Ochtends vroeg, als sommigen al naar het werk rijden of fietsen, kunnen we flink hinder ondervinden van mist. Soms kan het zicht zelfs zo slecht zijn dat het gevaarlijk wordt omdat je niet ziet waar je naartoe gaat of wat andere verkeersdeelnemers aan het doen zijn. Bij mist gebeuren dan ook regelmatig ongelukken. Het is dan ook genoeg reden om goed op te letten. Gelukkig lost mist na zonsopkomst vaak weer op. Dit gebeurt vanaf het aardoppervlak.

Zicht en mist.JPG

Figuur 6: Een kaartje met het zicht van vanochtend. Op sommige plekken kon je niet meer dan 100 meter zien, wat gevaarlijke situaties op kan leveren!

Zodra de zon weer opkomt, bereikt zonnestraling (en dus warmte) opnieuw voor een deel het aardoppervlak. Hierdoor wordt de lucht erboven ook weer warmer en vanaf de grond naar boven wordt de lucht dan beetje bij beetje warm genoeg om al het vocht weer als waterdamp vast te kunnen houden. De mist lost dus vanaf de grond op en hierdoor lijkt het alsof de mist wordt opgetild. Soms gaat die mist dan ook over in bijvoorbeeld wat lage bewolking, of nog later zich ontwikkelt tot een stapelwolk (cumulus) Tijdens dit hele proces neemt de wind ook vaak toe en ook dit helpt bij het opruimen van mist. De ene keer is mist ook dikker dan andere keren. Soms hangt het maar een paar meter boven de grond, maar soms is het ook een stuk dikker.

e612ed37-ad00-4cbd-a578-860ca4567e64.jpg

Figuur 7: Het oplossen van de mist begint altijd vanaf het aardoppervlak, omdat hier de zonnestraling omgezet wordt in warmte, die weer de lucht erboven kan verwarmen. 

Dit oplossen van mist verschilt wel tussen de seizoenen. Hoe krachtiger de zon is, hoe sneller de mist ook weer is verdwenen. In de zomer is de zon relatief krachtig en kan mist in de meeste gevallen vrij snel weer oplossen, maar in de winter is de zon vrij zwak en kan het soms vele uren duren voordat je van de mist af bent. Sterker nog, soms blijft het een hele dag mistig.

e36fd425-c425-432a-b469-cabd0204a5f5.jpg

Figuur 8: En zo ziet dat oplossen van mist er dus uit vanuit de lucht. Foto: Hans van Loenen, Drempt

Soorten mist

Naast stralingsmist, kan mist ook door andere dingen veroorzaakt worden. Zo hebben we bijvoorbeeld zeemist (ook wel bekend als zeevlam), advectiemist, dooimist en meer. In het geval van dooimist gaat het bijvoorbeeld niet om afkoeling van het aardoppervlak, maar door het smelten en verdampen van sneeuw, waardoor extra vocht in de lucht terecht komt. Hierdoor raakt de lucht soms ook verzadigd, ook al koelt de lucht zelf niet zozeer (hard) af.

Als er mist is, kunnen we deze ook onderbrengen in verschillende classificaties. Dit doen we op basis van zicht.

2e70fd19-d11e-47ff-b6fa-c1a5ab88a64d.jpg

Figuur 9: In de meteorologie hebben we verschillende benamingen voor mist. Aan de hand van hoe ver je nog kunt kijken, wordt de classificatie gegeven. Vanochtend hadden we bijvoorbeeld te maken met dichte mist, zeer dichte mist was het net niet!

Mistlampen

Dan als laatste onderwerp in deze blog: wanneer mag je je mistlampen aanzetten? Mistlampen zijn bij slecht zicht erg belangrijk om ervoor te zorgen dat je goed zichtbaar bent in het verkeer, wat het veiliger maakt voor iedereen in het verkeer. Toch is er soms nog wel verwarring over wanneer je welke mistlampen mag gebruiken. Daarom hebben we het hieronder even samengevat.

3578ad3b-a1d1-4766-99e2-1eb7ccf03b0f (1).png

Figuur 10: Wanneer en onder welke omstandigheden mag je welke mistlichten voeren? 

De mistlampen aan de voorkant van de auto mogen bij een te slecht zicht door mist, regen of sneeuw aangezet worden. Er is geen "harde" grens voor wanneer je wel of niet deze lampen mag gebruiken, maar meestal wordt een zicht van minder dan 200 meter aangehouden. Bij de mistlichten aan achterkant van je voertuig is dit een ander verhaal: daar geldt wel een duidelijke grens voor. Alleen bij een zicht van minder dan 50 meter tijdens sneeuwval of mist (geen regen, dus!) mogen de mistachterlichten aangezet worden. Het is uiteraard moeilijk om te bepalen of het zicht ook echt minder dan 50 meter is, maar de tip is dan om herkenningspunten te gebruiken zoals hectometerpaaltjes (100 meter uit elkaar) of lantaarnpalen naast de weg. Is het zicht beter dan 50 meter, dan kan een mistachterlicht hinderlijk zijn voor andere weggebruikers, of verwart men het met je remlicht, dus wees alert en gebruik je verlichting op de juiste manier.

Handig op de snelweg: kun je het volgende hectometerpaaltje nog herkennen? Zet je mistachterlamp dan NIET aan! Deze staat namelijk 100 meter verderop. Je mag dus alleen bij zeer dichte mist je mistachterlampen aanzetten.

03e6334b-fb1f-42dc-b162-2da4d8f996ef.png

Figuur 11: Je mistachterlampen zet je dus alleen aan bij <50 meter zicht! 

Alleen vannacht nog kans op mist, daarna meer wind

De verwachting voor de komende dagen is dat we alleen vannacht en morgenochtend nog te maken gaan krijgen met (dichte) mist. Na maandag wordt het wat herfstachtiger en gaat het wat harder waaien, waardoor mist voorlopig van de baan is. De mist zal echter snel genoeg terugkeren! Voor de meest actuele updates lees je natuurlijk ons uitgebreide weerbericht


11-09-2022 om 17:00 door Philippe Schambergen

Een moment geduld aub...
Een moment geduld aub...