Het is nu nog hoogzomer, maar het stormseizoen staat alweer voor de deur. Vanaf 1 september, de start van de meteorologische herfst, begint het stormseizoen. En dus heeft het KNMI de stormnamen alweer bekend gemaakt. Het seizoen loopt tot 1 maart, de start van de meteorologische lente. Valt er iets te zeggen over hoe dat stormseizoen gaat verlopen? En heeft klimaatverandering daar invloed op?
Eerst maar eens de nieuwe stormnamen. De lijst wordt opgesteld door het KNMI in samenwerking met de Britse en Ierse weerdienst.
De namen Bert, Eowyn, Floris, Gerben, Kayleigh, Otje en Rafi zijn door het KNMI voorgedragen. Ze komen voor een groot deel van bezoekers van een beurs op het gebied van duurzaamheid waar ook het KNMI een stand had. Zo is Eowyn een personage uit de film 'Lord of the Rings' en is Kayleigh de naam van de vriendin van een van de bezoekers.
Zandvoort, John Dalhuijsen
Wanneer spreken we van een storm?
Voor een officiële storm geldt dat op een van de meetstations in Nederland er tenminste één uur lang windkracht 9 staat. Dat gebeurt meestal aan zee, omdat de meeste stormen uit westelijke richtingen komen en er boven zee niets is om de wind te remmen. Boven land zorgen bossen, gebouwen en heuvels ervoor dat de wind wordt afgezwakt. Bij windkracht 10 is er sprake van zware storm en bij windkracht 11 van zeer zware storm.
Hoeveel stormen krijgen we?
Dat is natuurlijk wat iedereen wil weten. Maar daar valt eigenlijk niets zinnigs over te zeggen. Vorig seizoen kregen 9 stormen een naam, het jaar ervoor maar 1. Het hangt allemaal erg af van de ligging van hoge- en lagedrukgebieden en daarmee samenhangend de straalstroom. Dat is een krachtige wind op zo'n 10 kilometer hoogte die lagedrukgebieden onder de juiste omstandigheden kan laten uitgroeien tot een storm.
Die straalstroom wordt krachtiger naarmate het temperatuurverschil tussen de Noordpool en de Evenaar groter is. In de herfst is het temperatuurverschil het grootst, omdat de Noordpool dan sterk afkoelt, terwijl het rond de Evenaar nog lang warm blijft. Als die krachtige straalstroom gunstig boven een lagedrukgebied komt te liggen, dan kan zo'n lagedrukgebied uitgroeien tot een storm.
Maar onder invloed van de klimaatverandering wordt het temperatuurverschil tussen de Noordpool en de Evenaar kleiner. De theorie is dat de straalstroom daardoor voor langere periodes minder krachtig wordt en de kans op stormen afneemt. Die theorie wordt nog wetenschappelijk onderzocht, dus het verband is nog niet met 100% zekerheid te leggen.
Wat wel duidelijk is, is dat we vaker te maken krijgen met ex-orkanen. Orkanen kunnen overleven boven zeewater dat warmer is dan 26 graden. En door de sterke opwarming van de oceanen door klimaatverandering, kunnen orkanen dus ook steeds noordelijker overleven. Tegen de tijd dat ze in de buurt van ons land komen, zijn het geen orkanen meer, maar kunnen het nog wel stormen zijn die naast de wind ook zeer veel neerslag meenemen.
Hoe dan ook, stormen zijn er en stormen zullen er ook blijven. Kijk maar naar het begin van 2022. In februari hadden we kort achter elkaar de stormen Corrie, Dudley, Eunice en Franklin. Die ontstonden allemaal onder een toen zeer sterke fase van de straalstroom. Vooral Eunice zullen we ons herinneren als een storm die veel schade veroorzaakte.
Storm Eunice in Rotterdam, foto: Maddy Koster
De komende dagen hoeven we ons geen zorgen te maken over stormen. Het blijft gewoon zomerweer met af en toe hogere en af en toe lagere temperaturen en af en toe buien met kans op onweer. Dat laatste is vooral maandag het geval.
