We zijn de tel inmiddels haast kwijtgeraakt als het gaat om regenachtige dagen. Vandaag valt er wederom een hele plens water en ook komende week blijft het verre van droog. Om toch naar lichtpuntjes te zoeken: die regen is vast ergens goed voor toch? De natuur moet er vast van smullen? We kijken in deze blog naar de “Standardized Precipitation Index” die aangeeft hoe droog, of nat, condities zijn.
Classificatie Standardized Precipitation Index
Om droogte te monitoren zijn heel veel verschillende technieken bedacht, één daarvan is de Standardized Precipiation Index (SPI). Het fijne aan deze index is dat je er niet alleen tijdens een droogte wat aan hebt, het vertelt je ook wat over natte omstandigheden. De SPI werkt door te kijken naar klimatologisch gemiddelden. Hoeveel regen valt er gemiddeld gezien in de huidige periode? En hoeveel standaard deviaties (STD) zitten we daarvan af? Dat wordt daarna geclassificeerd in 7 klasses: extreem droog (meer dan -2 STD) ; zeer droog (-1.5 tot - 2 STD); vrij droog (-1 tot -1.5 STD); normaal (-1 tot 1 STD); vrij nat (1 tot 1.5 STD); zeer nat (1.5 tot 2 STD) en extreem nat (meer dan 2 STD).
Hoe wordt de SPI berekend?
De SPI kan je in principe over elk tijdsbestek berekenen, het KNMI hanteert er drie: 1 maand, 3 maanden en 6 maanden. In dit voorbeeld gebruiken we de SPI-1 (die dus wat zegt over één maand). We weten hoeveel regen er de afgelopen 30 dagen gevallen is. Vervolgens vergelijken we dat met de hoeveelheid regen die er volgens het klimatologisch gemiddelde zou moeten vallen tijdens deze dagen. Als we daar niet ver vandaan zitten krijgt de SPI klasse ‘normaal’. Meestal bevinden we ons in deze klasse (binnen één standaard deviatie vanaf het gemiddelde vang je normaliter 69% van je metingen). Naarmate het veel droger, of natter, is dan klimatologisch verschuift de SPI naar boven of beneden.
Het verloop van SPI-1 in de Bilt over het afgelopen half jaar. Goed is de piek in december te zien. Ook de dip begin februari valt op, dat is de reactie op de drogere periode half januari. Bron:KNMI
Huidige SPI
Het is al sinds oktober maand na maand te nat voor de tijd van het jaar. In januari hadden we even een iets drogere periode, maar inmiddels is er alweer zoveel regen gevallen dat we dat niet meer terug zien in de SPI-1. Die is na de januaridip richting normaal, inmiddels weer geklommen naar ‘zeer nat’. De komende week stijgt deze waarschijnlijk door tot de extreem natte categorie. Ook als we kijken naar de laatste 3 maanden is het extreem nat. Als we een sommetje maken van de laatste 6 maanden is de afwijking het meest extreem (2.65), dat betekend dat we een kletsnat half jaar achter de rug hebben. Sterker nog, dit soort afwijkingen komen minder dan 1% van de tijd voor.
Kijk je naar het gemiddelde van 3 maanden, de SPI-3 dus, dan zien we dat de daling in januari/februari compleet weggepoetst is, er is in de tijd eromheen zoveel regen gevallen dat de classificatie nog steeds 'extreem nat' is. Bron: KNMI
Bij de SPI over 6 maanden zien we helemaal dat we in een ongekend natte fase zitten. Bron: KNMI
Grondwaterstanden
Het mag geen verrassing zijn dat de grondwaterpeilen inmiddels weer prima aangevuld zijn. Na een aantal droge periodes de afgelopen jaren mocht dat ook wel. De grond is eigenlijk zo verzadigd dat water dat valt inmiddels nauwelijks meer opgenomen wordt door de bodem. Dat betekent dat de rivieren extra werk krijgen, maar we hebben begin januari al gezien dat ze dat prima aankunnen. Bij zulke natte condities als nu heeft de natuur eigenlijk ook weinig meer aan alle neerslag. Gebieden als hoogveen hebben hoge waterstanden nodig, maar nu die bereikt zijn is op peil houden genoeg. Een klein ecologisch voordeel zien we bij bijvoorbeeld de beken op de Veluwe, die stonden de laatste jaren vaak droog maar inmiddels stromen die vrolijk. Dat biedt kansen aan amfibieën die zich daar ophouden.
Veengronden zijn één van de landschapstypes die gebaat zijn bij hoge grondwaterstanden.
Droogte
Dat alle watervoorraden nu aangevuld zijn betekent niet dat er deze lente en voorjaar geen droogte kan ontstaan. Dat is sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. We kunnen natuurlijk ook niet eindeloos water bufferen, dan zal er wateroverlast ontstaan. Als er dus, net als vorig jaar, opeens een maand geen spat regen meer valt zal de SPI-1 als een razende richting drogere condities zakken. De SPI-3 en -6 zullen dan ook een dalende trend laten zien, al zal dat langzamer gaan. Pas bij een echt aanhoudende droogte zullen ook de langdurige indexen naar droge condities zakken, maar daar is voorlopig nog geen enkele indicatie voor. De natuur heeft in ieder geval nu een adempauze om bij te komen van het droogtegeweld van de afgelopen jaren. Zolang de watervoorraden op peil blijven kan er herstel en ontwikkeling plaatsvinden. Daar is die regen dan toch goed voor. Maar eerlijk is eerlijk: tegen een paar drogere dagen of weken zullen veel mensen geen nee zeggen.
Komende week
Dat hoeven we de komende week nog niet te verwachten. Morgenmiddag regent het in het hele land weer, al is het beduidend minder dan vandaag. Op dinsdag lijkt het overdag droog te blijven, maar vanaf woensdag krijgen we weer met een paar verregende dagen te maken. Daarbij is het ook nog eens veel te zacht, met middagtemperaturen rond 10 graden en minima die met tussen 5 en 9 graden liggen (1 graden is gebruikelijk half februari). Richting het weekend blijven de neerslagkansen aanwezig, maar dan komt de zon er wel af en toe doorheen. De temperatuur normaliseert dan en de kans op een enkele natte flats neemt toe.
Er staat wederom een vrij natte week op het programma.