Ons klimaat warmt op en dat verandert de fysieke omgevingen die levende systemen ondersteunen. In de oceaan stijgt de temperatuur en het zeewater wordt zuurder. Ook op het land stijgt de temperatuur en nemen de bodemgezondheid en de kwaliteit van het zoetwater af. Op veel plaatsen veranderen de omgevingen zo snel dat planten en dieren het niet bij kunnen houden, waardoor hele ecosystemen in gevaar komen. Maar in sommige ecosystemen kan zo'n verandering juist weer positief zijn.
Ecosystemen zijn gemeenschappen van levende wezens, waaronder planten, dieren en micro-organismen. Deze levende wezens staan met elkaar en de fysieke wereld in wisselwerking. Mensen zijn afhankelijk van ecosystemen voor bijvoorbeeld voedsel, water, schone lucht, bouwmaterialen en recreatie.
Ecosystemen kunnen groot zijn, bijvoorbeeld de Veluwe, maar ze kunnen ook zo klein zijn zoals een enkele omgevallen boom. Ze kunnen ook met elkaar overlappen of deel uitmaken van grotere ecosystemen. Deze verbindingen tussen ecosystemen maken ze niet alleen afhankelijk van de organismen erin, maar ook van elkaar.
Ecosystemen zijn gemeenschappen van levende wezens (planten, dieren, enz.) die in wisselwerking met elkaar samen leven. (Archieffoto: Rob Verduijn, Leender Bos)
Klimaatverandering beïnvloedt ecosystemen op meerdere manieren
Het klimaat bepaalt hoe planten groeien, hoe dieren zich gedragen, welke organismen gedijen en hoe ze allemaal interacteren met de fysieke omgeving. Door klimaatverandering ondergaan leefgebieden verschillende temperaturen, neerslagpatronen en nog meerdere veranderingen. Daarvan voelen de organismen die ecosystemen vormen, de gevolgen.
1. Verandering in soorten en populaties
Naarmate het klimaat verandert, passen sommige soorten zich aan door hun gedrag, fysieke kenmerken of de manier waarop hun lichaam functioneert, te veranderen. Anderen kunnen weer niet aanpassen. Als gevolg hiervan kan klimaatverandering leiden tot uitbreidingen, verminderingen of uitsterven van sommige populaties. Deze veranderingen kunnen op hun beurt de algehele biodiversiteit van een regio beïnvloeden.
Een veranderend klimaat kan de verspreiding van verschillende bestuivers beïnvloeden (foto: Simone Genna Wiersma, Hellevoetsluis)
2. Verandering in de timing van natuurlijke processen en cycli
Veel planten en dieren vertrouwen op signalen in de natuur om bepaalde fasen van hun levenscyclus te activeren, zoals de temperatuur of de watercondities. Naarmate het klimaat verandert, kunnen deze signalen met verschillende snelheden veranderen, of mogelijk helemaal niet. Als gevolg hiervan kunnen soorten die op bepaalde tijden van het jaar van elkaar afhankelijk zijn, niet langer synchroon lopen.
Plankton is bijvoorbeeld een belangrijke voedselbron voor jonge vissen. Ze reageren echter doorgaans sneller op temperatuurveranderingen dan de vissen. Dit betekent dat het plankton mogelijk niet zo beschikbaar is wanneer groeiende vissen het het hardst nodig hebben. Een ander voorbeeld: als een vogel elk jaar op hetzelfde moment migreert, kan hij zijn bestemming bereiken en ontdekken dat zijn belangrijkste voedselbron door veranderende temperaturen te vroeg is gegroeid en niet langer beschikbaar is.
Foto: Audrey Oldenkotte (Gendringen)
3. Verandering in ecosysteeminteracties
Klimaatverandering verandert ook de manier waarop soorten en populaties interacteren met de omgeving en met elkaar. Deze effecten zijn voelbaar in een heel ecosysteem.
De verspreiding van uitheemse soorten wordt door klimaatverandering vergroot. Dit zijn dus soorten die niet van nature in een bepaald gebied voorkomen. Uitheemse soorten kunnen inheemse planten en dieren verdringen, nieuwe ziektes met zich meebrengen en andere problemen veroorzaken. Deze veranderingen kunnen aanzienlijke schade aan het milieu en de economie veroorzaken.
Uitheemse soorten kunnen heel soms ook een positieve uitwerking hebben op een ecosysteem. Op het eiland O'ahu in Hawaii zijn er enorm veel uitheemse soorten (planten én dieren). Sommige van de vogels bevorderen zelfs het voortbestaan van bedreigde plantensoorten.
4. Gevolgen van extreem weer
Uit onderzoek blijkt er een verband te zijn tussen klimaatverandering en de toename van extreem weer. Extreem weer kan in korte tijd een aanzienlijke impact hebben op soorten en ecosystemen. Zo werd Cairns, Australië, in 2019 getroffen door een extreme hittegolf, waardoor een derde van de spectacled flying fox (een soort vleermuis) in slechts twee dagen stierf, vanwege temperaturen rond 42 graden. Hoewel dieren zoals deze vleermuizen zijn aangepast aan de typische Australische hitte, zien we dat ze de extreme temperaturen die steeds vaker voorkomen door klimaatverandering, niet kunnen overleven.
Spectacled flying fox (bron: Justin Welbergen via Wikipedia, CC BY-SA 3.0)
De intensiteit van tropische stormen en orkanen neemt ook toe door hogere temperaturen van het zeeoppervlak. Dat leidt tot meer verstoring van kustplanten en -dieren, omdat hun leefgebied verandert of wordt vernietigd wanneer de stormen aan land gaan. De hevige overstromingen en orkaanwinden van deze stormen kunnen ecosystemen beïnvloeden door de nutriëntencyclus en de groei van planten te verstoren. Naarmate het klimaat opwarmt, worden meer gebieden getroffen door tropische stormen en orkanen. Dat zorgt dat meer ecosystemen kwetsbaar zijn voor schade door extreem weer dan in het recente verleden.
Dit zijn maar enkele manieren waarop klimaatverandering ecosystemen beïnvloeden. Denk ook verder aan de stijgende zeespiegel, het afsterven van koraalriffen vanwege hogere zeewatertemperaturen en uiteraard het verdwijnen van leefgebieden in de poolstreken door smeltend zee-ijs.
We kunnen de impact van klimaatverandering op ecosystemen op verschillende manieren beperken:
- rapporteer uitheemse/invasieve soorten
- ga verantwoord om met ecosystemen
- behoud land om de inheemse populaties te laten floreren
... en nog vele meer!