De meimaand loopt bijna ten einde en dat betekent dat de meteorologische zomer over een paar dagen kan beginnen! Tijd om even terug te blikken op de meteorologische lente van 2020. We bespreken de bijzonderheden van de afgelopen 3 maanden in deze blog.
Temperatuur
De meteorologische lente is dit jaar iets te zacht verlopen. Maart werd met een gemiddelde temperatuur van 6.8 graden iets warmer dan de normale waarde van 6.2 graden. April was een maand die wel een stuk warmer dan normaal verliep, de gemiddelde temperatuur in deze maand lag met 11.1 graden Celsius bijna 2 graden boven normaal. Mei verliep juist weer heel normaal, we hebben natuurlijk nog een dag te gaan, maar de temperatuur lijkt uit te komen op 13.0 graden. Dit ligt bijna precies op het gemiddelde van 13.1 graden die als normaal wordt gezien voor mei.
Er zijn 5 temperatuurrecords gescoord deze lente, waarvan 2 koude records. Deze werden genoteerd op 14 en 15 mei, de temperatuur in de Bilt daalde toen naar respectievelijk -1.0 en -1.2 graden. Interessant is dat dit de eerste koude records in mei zijn sinds 1996! De warmte records vielen op 5, 6 en 8 april. Het werd op die dagen 19.6, 23 en 24.5 graden, terwijl de temperatuur dan normaliter tussen de 11 en 12 graden ligt.
De laagste temperatuur die deze lente gemeten is bedroeg -4.3 graden en werd op 25 maart genoteerd. Op 21 mei werd het 26.7 graden in de Bilt, goed voor de warmste dag van deze lente. Deze dag was meteen de enige zomerse dag (warmer dan 25 graden) van dit voorjaar, normaal hebben we met zo’n 4 zomerse dagen te maken.
De temperaturen van deze meimaand volgens het KNMI. De koude periode in het midden van de maand, waar zelfs twee koude records zijn gevestigd is duidelijk te zien.
Neerslag
Het zal je vast niet ontgaan zijn dat we te maken hebben met een extreem droge periode. In de Bilt is sinds 1 maart 91.6 millimeter neerslag gevallen. Normaal gesproken zou dit 171 millimeter moeten zijn, het verschil is dus zo’n 80 mm, ofwel 8 emmers met water per vierkante meter. Hiermee komt deze lente op plaats 13 van de droogste lentes ooit. Nu denk je misschien: ‘ het is dus wel eens veel droger geweest? Dan valt dit wel mee!’. Gemiddeld over de lente heb je dan gelijk, maar in de eerste helft van maart viel nog veel regen. Kijken we naar de periode tussen 15 maart en nu, dan zien we dat er maar 26.3 mm aan neerslag is gevallen. Dit is veruit de droogste periode die ooit gemeten is in deze tweeëneenhalve maand. Ter vergelijking, op de tweede plek staat 15 maart t/m 29 mei 2011 met 53.8 millimeter, dat is dus nog ruim de dubbele hoeveelheid!
Het tekort aan neerslag werd door boeren opgelost door te sproeien, inmiddels zijn op verschillende plekken in het land sproeiverboden afgekondigd.
De zon!
De afgelopen 3 maanden waren de zonnigste lente die ooit gemeten is. Het is nog even afwachten hoeveel zonuren vandaag en morgen genoteerd worden, er kunnen namelijk wat stapelwolken en wolkenvelden voorkomen die het aantal zonuren iets temperen. De zon zal in totaal tussen de 790 en 800 uur geschenen hebben, dit is dik 270 uur langer dan de normale zonneschijnduur van 517 uur. Ook op dit vlak laat de lente van 2020 de concurrentie ver achter zich; op de tweede plaats staat het voorjaar van 2011, met toen 743 zonuren. Voor de meeste zonuren moest je deze lente in den Helder zijn. Het KNMI meetstation ‘de Kooij’ dat daar ligt noteerde maar liefst 830 zonuren. Dat is ruim 100 uur meer dan de 729 zonuren die het voorjaar van 2011 een tweede plaats op de ranglijst bezorgden.
Dit beeld is typerend voor de lente van 2020, nog nooit scheen de zon zo lang dit seizoen!
De droogte
De hoeveelheid water die de grond bevat wordt grotendeels door 2 factoren bepaalt: verdamping en neerslag. Zoals je hierboven kon lezen was de hoeveelheid neerslag deze lente extreem laag. Wat verdamping betreft was dit voorjaar ook dramatisch voor planten, door de gigantische hoeveelheid zonuren en de iets te hoge temperaturen verdampte er veel water. Ook waaide het regelmatig behoorlijk door en was de luchtvochtigheid dit voorjaar gemiddeld erg laag, dit leidde tot nog meer verdamping. Deze factoren resulteerden in een neerslagtekort (het verschil tussen de neerslag en de verdamping) dat inmiddels op 156 millimeter staat. Dit is het grootste neerslagtekort dat ooit gemeten is aan het einde van de lente. Toch lijkt er een klein lichtpuntje aan te komen voor de boeren. Vanaf donderdag gaat het iets wisselvalliger worden, de exacte hoeveelheid neerslag die gaat vallen is echter nog erg onzeker. Om de droogte op te lossen hebben we eigenlijk wekenlang regen nodig en dat lijkt er niet in te zitten, maar onder het motto ‘alle kleine beetje helpen’ is dit toch een fijn vooruitzicht voor agrariërs. 
In deze grafiek van het KNMI is het neerslagtekort te zien, duidelijk is dat het tekort op dit moment veel groter is dan in andere droge jaren als 2018 en 1976. Over een week lijkt de curve iets af te buigen, dat heeft alles te maken met de neerslag die vanaf donderdag verwacht wordt.
