Niet alleen het weerbeeld, de wind en de temperatuur bepalen hoe ons lichaam het weer beleeft. Een zeer belangrijke factor is ook de luchtvochtigheid. We hebben al een aantal dagen met zomerse temperaturen achter de rug en met de zomer in het vooruitzicht zal de kans op zomerse en zelfs tropische temperaturen toenemen. De luchtvochtigheid is dan een belangrijke maat voor hoe wij die warmte voelen door het feit of we onze warmte goed kwijt kunnen of niet. In deze blog leggen we er alles over uit!
De relatieve luchtvochtigheid wordt gemeten door een zogenaamde hygrometer.
Luchtvochtigheid: waterdamp in de lucht!
Je hebt er ongetwijfeld wel eens van gehoord: luchtvochtigheid. Het lijkt soms een beetje abstract, aangezien we het niet kunnen zien. Probeer het als volgt voor te stellen: lucht kan een bepaalde hoeveelheid vocht bevatten, afhankelijk van de temperatuur. Met ‘vocht’ bedoelen we natuurlijk waterdamp: water in de gasvormige fase. Waterdamp is áltijd in de lucht aanwezig. Dit water komt in de lucht door verdamping: de faseovergang van vloeibaar water naar gasvormig water. Afhankelijk van de weersomstandigheden (temperatuur, windsnelheid, luchtvochtigheid) gaat verdamping snel of langzaam. De hoeveelheid waterdamp die de lucht maximaal kan vasthouden, is afhankelijk van de temperatuur van de lucht. Warmere lucht kan meer vocht bevatten dan relatief koude lucht. Even ter beeldvorming: bij een luchttemperatuur van zo’n 10 graden ‘past’ er ruim 9 gram waterdamp per kubieke meter lucht in. Bij hogere temperaturen wordt dit al snel meer.
Hoe warmer de lucht, hoe meer waterdamp er in de lucht kan zitten. Bij een luchttemperatuur van 10 graden Celsius past er zo'n 9 gram waterdamp per kubieke meter in.
Om het nog even wat complexer te maken, wordt er ook nog eens onderscheid gemaakt in absolute en relatieve luchtvochtigheid. De absolute luchtvochtigheid is niks anders dan hoeveel waterdamp er op een bepaald moment in de lucht aanwezig is. De relatieve luchtvochtigheid geeft dan aan, in procenten, hoeveel waterdamp er in de lucht is vergeleken met hoeveel er in kán zitten. Dit is vooral afhankelijk van de luchtsoort uit het brongebied waarmee we te maken hebben. De veelal maritieme luchtsoort (dus van zee) zorgt vaak voor een hogere relatieve luchtvochtigheid. In combinatie met een vrij onstabiele atmosfeer kán dat dan zorgen voor stevige regen- en onweersbuien. Een continentale luchtsoort (bij ons een oostenwind) zorgt voor droge lucht (de lucht heeft weinig vocht kunnen oppikken door verdamping), waardoor het weerbeeld bij ons dan ook vaak droog en zonnig is.
De temperatuur en de ‘dauwpunttemperatuur’
Warmere lucht kan dus meer vocht bevatten dan koude lucht. Dit is dan ook de reden dat buien in warmere lucht, dus in de zomer, vaak zwaarder uitpakken. Als meteorologen kijken we ook vaak naar het zogenaamde ‘dauwpunt’. Dit is de temperatuur waarbij waterdamp in de lucht begint te condenseren door afkoeling van de lucht en er dus waterdruppeltjes ontstaan. De waarde van het dauwpunt ligt dan ook altijd lager dan of is nagenoeg even hoog als de actuele temperatuur. Als de twee ‘temperaturen’ aan elkaar gelijk zijn, is de lucht verzadigd (een relatieve luchtvochtigheid van vrijwel 100%). Het verschil tussen de actuele temperatuur en het dauwpunt is voor ons een goede inschatting om te zien hoe droog de lucht is. En zoals je nu vast wel begrijpt: hoe groter het verschil tussen deze temperaturen, hoe droger de lucht dus is!
Wanneer de lucht stijgt, koelt deze af en wanneer het dauwpunt is bereikt, treedt er condensatie op. De waterdamp wordt dan zichtbaar in de vorm van wolken.
Wat merken wij van die luchtvochtigheid?
Allemaal leuk en aardig natuurlijk, die natuurkundige feitjes. De vraag is echter: wat merken wij er van? Natuurlijk zien we het terug in het weertype. Vochtige lucht geeft een verhoogde kans op wolkenvorming, het ontstaan van buien én beïnvloedt de temperatuur. Vochtigere lucht warmt namelijk veel minder snel op dan drogere lucht. Hoe meer vocht er in de lucht zit, hoe meer energie er van de zon gebruikt zal moeten worden voor verdamping in plaats van opwarming. Verdamping kost energie en er zal dan warmte worden onttrokken aan de lucht met als gevolg dat de temperaturen minder snel stijgen. Dat is dan ook de reden dat de ‘dagelijkse gang’ in de droge woestijngebieden véél groter is dan in de vochtige tropen.
Als mensen merken wij er ook zéker iets van. Ons lichaam wil namelijk constant worden gehouden op een temperatuur van zo’n 37 graden. Dit wordt geregeld doordat ons lichaam de warmte afgeeft aan de lucht. Echter, als we veel inspanning leveren of als de temperaturen simpelweg hoog zijn, dan voldoet dat niet meer. Ons lichaam heeft daar echter een handig trucje op gevonden: we gaan zweten. Dat is dan dé manier om af te koelen. Dit zweet zal namelijk verdampen en de warmte die daarvoor nodig is (want het kost dus energie!) zal worden onttrokken aan ons lichaam en dus koelen we af!
Verdamping gaat het makkelijkst wanneer de lucht droog is. Wanneer het buiten vochtig en benauwd is, vindt verdamping moeilijker plaats en kunnen we dus ook onze warmte moeilijker kwijt. Op dat moment is de warmte dus niet meer comfortabel. De hitte-index geeft aan hoe de warmte aanvoelt in combinatie met de luchtvochtigheid op dat moment. Ook de sterkte van de wind speelt een rol. De afvoer van warmte wordt namelijk versneld wanneer het waait. Ga maar eens na hoe groot het verschil kan zijn als op een warme zomerdag met nagenoeg geen wind, de wind tóch ineens even opsteekt: wát een verfrissing! De verwachting van de temperatuur (ook het dauwpunt!) en de windsnelheid is natuurlijk altijd terug te vinden in onze pluim!
Bij een bepaalde temperatuur geldt: hoe hoger de luchtvochtigheid op dat moment, hoe minder makkelijk we onze warmte kwijt kunnen bij die temperatuur en hoe minder 'fijn' de warmte dus zal aanvoelen.
En de komende week?
Aankomende week zal op woensdag de meteorologische zomer starten. Na een paar dagen met ronduit koud weer voor de tijd van het jaar, zal het kwik in de loop van volgende week stijgen. Op dinsdag stijgt het kwik in het zuidoosten al naar 20 graden en in de dagen erna komt daar nog een schepje bovenop. Echter, de onzekerheid neemt dan ook flink toe aangezien koelere lucht uit het westen dichterbij komt. Met name op donderdag is de spreiding nog enorm. Zomerse temperaturen van 25 graden in het zuidoosten zijn op dit moment niet uitgesloten.
Interessanter wordt het als we even kijken naar de pluim van het dauwpunt. Met een stijging van de temperatuur, zien we ook dat de dauwpunten omhoog zullen gaan. Ook hier zien we veel spreiding, maar mocht de warmte een beetje doorzetten, dan lijkt het vrij broeierig warm te worden. De kans op onweersbuien neemt vanaf donderdag dan ook weer toe. De details van het weerbericht lees je hier!
In de loop van volgende week wordt het weer warmer, maar tegelijkertijd zien we ook dat het erop lijkt dat de dauwpunten (flink) omhoog gaan volgens de pluim van het Europese weermodel ECMWF. Jij weet nu wat dat betekent!