Actueel

Motregen, lichte regen of regen

“Eerst valt er motregen of lichte regen, later gaat het regenen”. Meteorologen hebben diverse aanduidingen voor de nattigheid die uit de lucht komt vallen, maar wat is het verschil?

Motregen of (lichte) regen

Motregen bestaat uit zeer fijne regendruppels, die kleiner zijn dan 0.5 mm. Ze vallen uit gelaagde bewolking. Dat is bewolking die zich over een groot gebied heeft uitgestrekt. Er valt per uur niet meer dan 1 liter per vierkante meter. Bij regen zijn de druppels 0.5 tot 5 mm groot en als er per uur weinig valt (minder dan 1 liter per vierkante meter) wordt er gesproken over lichte regen. Regen valt uit gelaagde bewolking, maar ook uit verticaal ontwikkelde wolken, de typische buienwolken (cumulonimbus).

Foto: Ben Saanen, Budel-Schoot

Ontstaan van neerslag

Neerslag ontstaat als waterdamp in de lucht condenseert. Er vormen zich heel kleine druppels (diameter kleiner dan 0.02 mm) die alleen met een microscoop te zien zijn. Samen vormen alle deze minuscule druppels wolken. Een “warme” wolk (temperatuur is boven nul) bevat alleen vloeibare wolkendruppels, maar als de wolk verticaal uitgroeit tot ver boven de nulgradengrens ontstaan ook ijskristallen. Het wordt pas neerslag genoemd als de wolkendruppels uitgroeien tot regendruppels (van 0.1 mm tot een paar millimeters) en uit de wolk vallen. Wolkendruppels kunnen op twee manieren uitgroeien tot regendruppels: via het coalescentieproces of het Wegener-Bergeronproces.

Vorming van regendruppels

In wolken bevinden zich wolkendruppels van diverse afmetingen. De grotere wolkendruppels vallen sneller dan kleinere druppels en vloeien daardoor tijdens hun val samen met de kleine druppels. Dit wordt coalescentie genoemd. Als de bewolking dik genoeg is (meer dan 1 kilometer), kan de wolkendruppel uitgroeien tot een flinke regendruppel. Is de bewolking minder dik dan vallen kleine regendruppels, of te wel motregen. Het Wegener-Bergeronproces vindt plaats in zogenoemde “gemengde” wolken, die uit ijskristallen en wolkendruppel bestaan. De ijskristallen trekken waterdruppels aan en kunnen uitgroeien tot grotere ijskristallen. Als de kristallen groot genoeg zijn vallen ze uit de wolk. Afhankelijk van de temperatuur van de lucht onder de wolk valt er of regen of winterse neerslag (natte sneeuw, sneeuw of ijzel). Motregen slecht zichtbaar op de radar. Dankzij de radar kan je precies zien waar het wel en niet regent. In Nederland staan twee radarstations: één in De Bilt en één in Den Helder. Daardoor is er boven Nederland genoeg dekking.

Dekking radar Nederland

De radar zendt per 2 microseconden radiogolven uit met een golflengte van ruim 5 centimeter.

Radiogolven

Als die radiogolven een voorwerp treffen, dan worden de golven weerkaatst. De radar ontvangt die golven en zet dit om naar beeld: de Buienradar.

Weerkaatsing radiogolven

Motregen bestaat uit zulke kleine druppels dat de golven hier niet of nauwelijks tegen aan botsen. Daardoor wordt er ook weinig tot geen signaal teruggekaatst.

 

Radar bij motregen

De radarkoepel staan boven op een toren en is iets naar boven gericht. Daardoor wordt er onder 1500 meter nauwelijks gemeten. Op die manier worden gebouwen, bomen, masten en dergelijke niet meegenomen in de metingen.

 

Radarstation De Bilt. Bron: Kees Floor

Door de positie van de radarkoepel wordt neerslag onder 1500 meter nauwelijks gemeten. Motregen valt uit lage bewolking, in de onderste laag van de atmosfeer. Precies daar waar de radiogolven dus niet komen. Dankzij grondmetingen weten we waar er regen of motregen valt. Deze metingen worden gekoppeld aan de radarbeelden en daarmee wordt de motregenradar gevormd.


27-06-2016 om 16:45 door Jennifer Faber

Een moment geduld aub...
Een moment geduld aub...