De meizomer duurt nu al een week, maar daar komt vanaf morgen vrij abrupt een einde aan. In de Bilt wordt het morgen nog 20 graden en zaterdag slecht 12 graden. Een verschil van 8 graden in 24 uur! Uitzonderlijk of niet?
Koude lucht uit het noorden
De afgelopen tijd kwam de wind uit oostelijke richtingen en bracht continentale, tropische lucht. Deze warme lucht is afkomstig vanuit Afrika en draait om een groot lagedrukgebied via het Europese continent ons regio binnen. Dat leverde zomerse temperaturen op, vooral in het binnenland. Door een verandering in de druksystemen komt daar vanaf morgen verandering in. Het lagedrukgebied trekt langzaam naar het oosten en de wind in Nederland gaat draaien. Vandaag komt de wind uit het noordoosten, maar morgen uit het noorden. Kille, koude lucht afkomstig uit de poolstreken komt dan onze kant op. Tijdens het Pinksterweekend dus een dikke jas aan!
Foto: Joost Mooij
Luchtsoorten
We spreken van luchtsoorten als lucht lang boven een bepaalde plek blijft. Het neemt dan de eigenschappen van die regio (het brongebied) over. De lucht wordt vochtig, droog, warm of koud. In onze regio hebben we te maken 6 luchtsoorten onderverdeeld in vocht (maritiem of continentaal) en temperatuur (tropisch, polair of arctisch).
De windrichting bepaalt dus in grote mate de temperatuur op een dag. Lucht vanuit het oosten is in de zomer bijvoorbeeld warmer en in de winter juist kouder dan lucht uit het westen. Land warmt sneller op en koelt sneller af dan water. Een plotselinge verandering van de windrichting heeft dus veel invloed op de temperatuur. Omslag temperatuur Een mooie voorbeeld van de invloed van de wind is bijvoorbeeld de hittegolf in juli 2015. Lange tijd kwam de wind uit het zuiden en voerde continentaal, tropische lucht aan. De hittegolf duurde van 30 juni tot 5 juli. Het warmst werd het in Maastricht: 38.2 graden (net geen nationaal record). Na 5 juli kwam de wind uit het westen en werd de warme lucht verdreven. Dat ging redelijk geleidelijk en natuurlijk gepaard met zware onweersbuien.
Deze omslag was geleidelijk. In Europa hebben we veel gebergten en watermassa’s om ons heen die luchtmassa’s soms ophouden. Extreme temperatuurdalingen en –stijgingen komen dus niet vaak voor. In Amerika daar en tegen kan de temperatuur wel extreem omslag. Door de Rocky Mountains in het westen en de Appalachen in het oosten ervaren de staten in het midden van de Verenigde Staten soms extreme temperatuurverschillen.
Extremen
In het plaatsje Browning, gelegen in de staat Montana, werd in de avond van 23 januari 1916 +6.7 graden gemeten. De volgende ochtend was het “afgekoeld” naar -48.8 graden. In 24 uur was het verschil dus ruim 55 graden! De snelste temperatuurstijging werd in het plaatsje Spearfish (South Dakota) gemeten. Om 07:30 uur op 22 januari 1943 -20 graden. Twee minuten later wees de thermometer +7.2 graden aan! Een stijging van 27 graden, goed voor een wereldrecord! Ook zulke temperatuurdalingen zijn niet ongewoon. Op 10 januari 1911 daalde in Rapid City, South Dakota, de temperatuur in een kwartier tijd van +12,8˚C naar -13,3˚C.
Koud Pinksterweekend
Dit Weekend staat een gematigde omslag op het programma. Van 20 graden op vrijdag naar ongeveer 12 graden in het weekend. Een verschil van 8 graden en dat scheelt zeker een jas. Daarnaast zijn er vrij veel wolken en vallen verspreid buien. Een stevige, aan zee soms krachtige noordelijke wind maakt het voor het gevoel een stuk kouder. Zo’n koude Pinksteren hebben we sinds 2001 niet gehad. Toen werd het op Pinksterzondag 13 graden. De koudste Pinksteren ooit gemeten was in 1936. Toen werd het slecht 11.6 graden. Wie weet wordt het dus een recordkoud Pinksteren. Een klein lichtpuntje: het dipje is van tijdelijke aard. Vanaf dinsdag komen we al weer boven de 16 graden uit. Bekijk de video van William Huizinga: