Tijdens een weerverwachting komen termen als regenzone, regengebied, buien, regenbuien, buiige regen,... vaak voor. In de meteorologie betekenen ze niet allemaal hetzelfde. Wat is dan het verschil?!
Regen
Met termen als regenzone, regengebied, regen, neerslagzone, enz. wordt allemaal hetzelfde bedoelt en dat is gestage of langdurige regenval. Deze neerslag valt dan ook over een wat grotere gebied (dus grootschalig). Dergelijke regenval komt voor bij een storing, oftewel een front. Een front, zoals een koufront, warmtefront of een occlusiefront is de grens tussen verschillende luchtsoorten. Bij zo'n grens wordt de lucht grootschalig omhoog geduwd. Als die lucht dan maar hoog genoeg komt, condenseert het en ontstaat er een groot gebied van bewolking. Is die bewolking dik genoeg, dan worden de druppels groot genoeg om naar de grond te vallen, met als gevolg: regen (of een regengebied of neerslagzone).
Bij een warmtefront (rode lijn) schuift de relatief warme lucht over de relatief koude lucht heen. Deze stijgende bewegingen veroorzaken condensatie en uiteindelijk mogelijk ook neerslag over een groot gebied. Bij een koufront (blauwe lijn) gaat dit proces wat heftiger (te zien aan de steilere grens van het koufront). Dat betekent dat de regen vaak ook intenser is. De regenval krijgt dan een wat meer buiig karakter en vandaar dan de term buiige regen.
Buien
Buien zijn veel kleiner en dat is dan ook het verschil tussen buien en regen: de schaal waarop ze plaatsvinden. Buien gaan gepaard met intensievere regen en zijn soms ook wel pittiger met hagel, onweer en/of windstoten erbij. De ontstaanswijze van buien is ook wat anders dan van een grootschalige regenzone. Buien kunnen ontstaan nabij een front of door stijgende lucht in bijvoorbeeld bergachtige gebieden, maar vaak ontstaan ze juist door grote temperatuurverschillen tussen de lucht nabij het aardoppervlak en de lucht hoger in de atmosfeer.
Warme lucht stijgt en koude lucht daalt. Als een luchtpakketje dichtbij het aardoppervlak warmer is dan de lucht eromheen, gaat het stijgen. En als er vocht in dit luchtpakketje zit, dan vindt er condensatie plaats. Stijgende luchtbewegingen bij buien zijn veel lokaler, maar vaak ook veel krachtiger dan de stijgende bewegingen bij grootschalige storingen. Soms kunnen buienwolken uitgroeien tot wel 12 kilometer hoogte in de atmosfeer. De sterkere, stijgende bewegingen zorgen er dus ook voor dat het proces van condensatie veel intenser is. Daarmee wordt de productie van neerslag heftiger met het gevolg: veel intensere regen dan een grootschalig regengebied.
Foto: Gerard Boukes (Zandvoort)
Neerslag meten
Een ander term die vaak gepaard gaan met iets over regen of buien, is natuurlijk "millimeter". Dat is een maatstaf voor de hoeveelheid neerslag dat er is gevallen. Het is geen milliliter, integendeel! Één millimeter (mm) is gelijk aan één liter per vierkante meter (l/m2). Om het iets meer beeld te geven, vergelijk het maar met een emmer water, dus 10 mm = 10 liter water op een blok van 1 meter bij 1 meter.
Neerslag meet je, hoe kan het ook anders, met een regenmeter! Er zijn verschillende op de markt van de analoge 'huis-tuin-en-keuken-regenmeter' tot een zeer nauwkeurige elektronische variant. Bij de een lees je de hoeveelheid af op de regenmeter zelf, bij de ander worden de gegevens op een beeldscherm weergegeven. De opstelling van de regenmeter is overigens wel belangrijk. Bij voorkeur wordt de regenmeter op een hoogte van ca. 30-50 cm geplaatst. Daar heeft de (turbulente) wind het minst vat op de regen en valt ’t gewoon in de meter. Om die reden dient een regenmeter niet te hoog worden geplaatst en ook niet dicht bij gebouwen.
'Huis-tuin-keuken-regenmeter' van Buienradar (Jannes Wiersema)
Regen of buien op de kaarten?!
De komende dagen komt er van alles en wat nog langs, maar in grote lijnen blijft het een beetje herfstachtig weer. Er zijn droge momenten, maar zeker ook perioden met regen. Soms valt de neerslag als buien en andere keren trekt een regenzone over. Wel blijft het al de tijd te zacht voor de tijd van het jaar.