Nog 2 weken en dan begint de meteorologische winter. Of begint voor jou de winter pas echt op 21 december? In deze blog zoeken we uit welke beter past bij ons winter- en zomergevoel, dat toch vooral afhangt van de temperatuur en zonneschijn.
Meteorologische seizoenen: eenvoudig en consistent
De meteorologische seizoenen zijn bedacht vanwege eenvoud en consistentie. Ze beginnen altijd op vaste data: 1 maart (lente), 1 juni (zomer), 1 september (herfst) en 1 december (winter). Dit biedt verschillende voordelen. Ten eerste zorgt het ervoor dat de seizoenen elk jaar op dezelfde datum beginnen, wat seizoenen vergelijken wat makkelijker maakt. Dit is vooral praktisch voor klimatologen. Bovendien is de indeling gebaseerd op de gemiddelde maandtemperaturen, waardoor deze beter aansluit bij de gevoelsmatige seizoensverandering die mensen ervaren.
Astronomische seizoenen: de cycli van de zon
De astronomische seizoenen aan de andere kant zijn gebaseerd op de positie van de aarde ten opzichte van de zon. Ze markeren belangrijke momenten in de jaarlijkse cyclus, zoals equinoxen en de zonnewenden. Equinoxen vinden plaats als de zon precies boven de evenaar staat (rond 20 maart en 22 of 23 september). Zonnewenden vinden plaats als de zon haar noordelijkste of zuidelijkste punt bereikt (20/21 juni of 21/22 december). Een belangrijk probleem van dit systeem is dat de startdata per jaar iets kunnen verschillen, want de astronomische seizoenen volgen de natuurlijke cycli nauwkeurig.
Temperatuurpatronen en seizoensindeling
Om de gevoelsmatige seizoenen in te delen is temperatuur een belangrijke factor. Wanneer we kijken naar de gemiddelde dagtemperatuur zien we dat de periode rond 20 januari gemiddeld het koudste moment van het jaar is, terwijl het warmste moment rond 20 juli valt. Bij het bepalen van de koudste en warmste kwart van het jaar komen we uit op specifieke periodes: het koudste kwartaal loopt van 5 december tot 5 maart, terwijl het warmste kwartaal duurt van 5 juni tot 4 september. Deze verdeling ligt dicht bij de meteorologische seizoenen, het scheelt maar ongeveer 5 dagen. Overigens zorgt de Noordzee in de kustprovincies nog eens voor een vertraging van een week, het zeewater warmt namelijk nog langzamer op. Daar zou begint de koudste kwart van het jaar
Voor onze beleving weegt de temperatuur overdag iets zwaarder, dan zijn we vooral buiten. Als we alleen naar de maximumtemperatuur kijken, verschuiven deze periodes iets. Het koudste kwartaal loopt dan van 2 december tot 2 maart, en het warmste kwartaal van 2 juni tot 1 september. Dan scheelt het nog maar 1 dag met de meteorologische seizoenen.
In de winter bepaalt toch vooral de temperatuur het wintergevoel. Zonder lage temperatuur namelijk geen vorst of sneeuw.
De gemiddelde temperatuur over het jaar, daarbij zie je in oranje de cyclus die de temperatuur jaarlijks volgt.
Zonneschijn als zomer- en wintergevoel
Naast temperatuur kunnen we ook naar zonneschijn kijken om de beleving van de seizoenen te bekijken. De gegevens laten zien dat het meest bewolkte kwartaal van het jaar loopt van 2 november tot 31 januari, terwijl het zonnigste kwartaal loopt van 2 mei tot 1 augustus. Qua zonneschijn zijn deze periodes bijna een maand verschoven ten opzichte van de meteorologische seizoenen.
In de zomer is het juist de zonneschijn die bij de meeste mensen het zomergevoel compleet maakt.
Tgem = gemiddelde dagtemperatuur. Tmax = hoogste temperatuur op een dag.
Conclusie
Hoewel zowel astronomische als meteorologische seizoenen hun waarde hebben, zijn de meteorologische seizoenen vaak praktischer. Ze bieden een eenvoudig te onthouden indeling die vrij goed aansluit bij de temperatuurpatronen die we ervaren. Het koudste en warmte moment van het jaar valt gemiddeld precies een maand na de kortste en langste dag. Temperatuur loopt dus ongeveer een maand achter op het zonlicht. Echter, de patronen in bewolking en zonneschijn sluiten minder goed op onze beleving aan, als we naar bewolking kijken zouden de seizoenen een maand naar voren schuiven, de somberste kwart van het jaar begint al begin november. Voor degenen die geïnteresseerd zijn in de stand van de zon blijven de astronomische seizoen relevant.
Het blijkt dus dat we al 2 weken onderweg in de de somberste periode van het jaar. De donkere dagen voor kerst zijn geen verzinsel, het is echt de meest bewolkte periode van het jaar.