Actueel

Wakker worden in een witte wereld?!

Ab Donker

Werd jij vanochtend wakker in een witte wereld of waren de grassprieten nog gewoon groen in de tuin? Een neerslaggebied leverde vooral in het midden en oosten van het land vanochtend een mooi tijdelijk sneeuwdek op. Toch was het op veel plaatsen opvallend dat de sneeuw op het gras bleef liggen terwijl de weg gewoon schoon was, zelfs zonder dat er een strooiwagen aan te pas kwam. Morgen is dat waarschijnlijk een ander verhaal! In deze blog lees je alles over de sneeuwval van deze dagen, de onzekerheden met betrekking tot exacte hoeveelheden en waarom die wegen zo opvallend schoon blijven. 

De onzekerheid van de verwachting
Vanochtend viel er op veel plaatsen in het land natte sneeuw. Vooral in het midden en oosten ging de neerslag zelfs even over in droge sneeuw en zo vormde zich een sneeuwdekje. Op de meeste plekken ging het om een dekje van 1 tot 3 centimeter, lokaal iets meer. Zolang de sneeuwval aanhield bleef het mooi liggen maar zodra het stopt met sneeuwen verdwijnt het sneeuwdek ook snel. Voor de komende nacht staat er een nieuw, uitgebreider, neerslaggebied in de weerkaarten. Zoals het er nu uitziet lijkt het koud genoeg te zijn om een groot deel als sneeuw te laten vallen. Toch is de verwachting van de precieze sneeuwhoogte waarmee we morgen opstaan behoorlijk onzeker. Dit komt doordat er op het moment ontzettend veel factoren meespelen die bepalen hoeveel sneeuw er precies blijft liggen. Zo spelen bodemwarmte, luchttemperatuur, neerslagafkoeling en hoogte in het landschap een belangrijke rol.

Ab Donker, buurmalsen.jpg
Bij Ab Donker, in Buurmalsen, was er vanochtend een mooi sneeuwdekje te bewonderen. 

Sneeuw!
Om sneeuw te krijgen is het van belang dat de hele luchtkolom waardoor de sneeuw valt onder nul is, anders smelt het immers. Op zo’n 1,5 kilometer hoogte was het vanochtend tussen de -3 en -6, vaak wordt die -6 gehanteerd als vuistregel dat er winterse neerslag kan vallen. Als het op die hoogte namelijk warmer is dan heeft de sneeuw moeite met vormen en krijg je sneller zogenaamde ‘onderkoelde waterdruppeltjes’ in plaats van vlokken.
Vannacht was het dus net aan koud genoeg om sneeuwvlokken te vormen in de wolken. Niet overal trouwens, een deel van de neerslag kwam ook gewoon als druppels naar beneden.
Waar de sneeuwvlokken zich vormden kwamen twee soorten neerslag voor: natte sneeuw en droge of vaste sneeuw. Die natte sneeuw viel op veel plekken waar de temperatuur op neushoogte nog aan de hoge kant was. De vlokken vielen dus maar werden in de onderste pak ‘m beet 200 meter tot het aardoppervlakte zo ver opgewarmd dat ze deels smolten. Die half gesmolten vlokken zien we als natte sneeuw en blijven vaak niet echt liggen om een sneeuwdek te vormen. Naarmate het langer (natte) sneeuwde ging de temperatuur ook in de onderste luchtlagen onderuit, dit proces heet neerslagafkoeling en iets hieronder lees je daar de details over. Nu de temperatuur bij het oppervlakte ook laag genoeg was smolten de vlokken niet meer en viel er dus droge sneeuw. Dit zorgde lokaal voor het sneeuwdekje.

Wilma van Weelderen, Elst.jpg
Hier in Elst vielen ook droge vlokken sneeuw die eventjes bleven liggen. Foto van Wilma van Weelderen.

Bodemwarmte
Een van de onzekerheden in de sneeuwverwachting voor morgen is de zogenaamde bodemwarmte. Het zit nog vers in het geheugen dat het met 15 tot 20 graden de laatste weken heerlijk lenteweer was. Die hoge temperaturen hebben de bodem al behoorlijk opgewarmd. De temperaturen liggen onder de grond al snel tussen de 7 en 10 graden. De grond onder gras heeft een tragere reactie op luchttemperatuur dan kale grond. Verder geldt dat hoe dieper je gaat, hoe constanter de temperatuur. Op 1 à 2 meter diepte zien we al dat de temperatuur alleen nog maar varieert met de seizoenen en al nauwelijks meer met weersomstandigheden, al houden die wekenlang aan. Op 5 centimeter diepte, net onder het oppervlakte dus, zien we wel een dagelijkse fluctuatie in temperatuur. Die fluctuatie is echter niet genoeg om de grond echt koud te krijgen in de paar dagen dat het kwik nu even een duikvlucht genomen heeft. Die hoge grondtemperaturen betekenen weinig goeds voor een eventueel sneeuwdek. Vandaag is dat al te zien aan de snelheid waarmee een eventueel beetje sneeuw wegsmelt terwijl de luchttemperatuur niet zo ver boven nul licht.

Arco Visser, Houten.jpg
Op bruggetjes, zoals hier in Houten, heeft het sneeuwdek geen last van bodemwarmte en kan het sneller wit worden. Foto: Arco Visser.

Witte velden, grijze wegen
De sneeuw wordt vanaf de onderkant weggesmolten door de bodemwarmte. In de regel geldt: zolang de sneeuw er aan de bovenkant sneller bijkomt dan dat het er aan de onderkant wegsmelt blijft het sneeuwdek groeien, ook met een warme bodem. Sneeuw isoleert namelijk goed, dus zodra zich eenmaal een dek heeft gevormd blijft de sneeuw die daarbovenop valt gewoon liggen, alleen het onderste laagje sneeuw heeft ‘last’ van de bodemwarmte. Dit proces verklaart ook waarom we op veel plekken sneeuw zien op de weilanden terwijl de wegen en stoepen grotendeels schoon zijn. De luchtlaag die zich tussen grassprieten vormt isoleert een beetje, zo staat de bodem van een grasveld minder in contact met het sneeuwdek en is het effect van de bodemwarmte dus klein. Op de weg heeft de hoge temperatuur van de bodem veel meer effect omdat het in direct contact staat met de sneeuw, smelt gaat daar dus veel sneller.

Joost Mooij, beesd.jpg
Joost Mooij legde vanochtend prachtig vast hoe de velden met sneeuw bedekt zijn maar de wegen nog compleet schoon waren, in Beesd althans. 

Neerslagafkoeling
Wat we nodig hebben voor een mooi sneeuwdek vanmiddag, vanavond en vannacht is dus vooral veel neerslag in de vorm van sneeuw. De sneeuw moet er immers harder bijkomen dan de bodem het kan aantasten. In eerste instantie valt de neerslag waarschijnlijk nog als natte sneeuw, de onderste paar honderd meter van de atmosfeer hebben dan een temperatuur die net iets te hoog is. Naarmate er meer neerslag valt wordt de koude lucht van hoger mee naar beneden getrokken. Dit proces heet neerslagafkoeling en zorgt ervoor dat het ook in de onderste lagen van de atmosfeer koud wordt. Hoe intenser de neerslag is, hoe harder dit proces gaat en hoe sneller en groter de afkoeling is. Omdat we de afkoeling nodig hebben om droge sneeuw te laten vallen helpt het als de neerslagintensiteit meteen aan het begin van de avond al hoog ligt. Dan valt een grotere fractie als vaste sneeuw en kan het sneeuwdek zich langer vormen. Ook met het oog op de bodemwarmte is het van belang dat een sneeuwdek zich zo snel mogelijk vormt zodat de sneeuw die erna valt accumuleert en niet meteen wegsmelt op een warme bodem.

sneeuwuitleg_02.png
Als het flink doorsneeuwt zorgt neerslagafkoeling er vaak voor dat het net koud genoeg wordt om een sneeuwdek te vormen. 

Omrekenfactor
Het is altijd lastig om een precieze verwachting te maken van de dikte van een sneeuwdek, niet alleen door de hiervoor genoemde onzekerheden maar ook doordat sneeuw een heel andere dichtheid heeft dan regen. Luchtige sneeuw kan wel 10 keer zoveel volume hebben als regen. De dichtheid van sneeuw kan echter ook verschillen, afhankelijk van de luchttemperatuur en de hoeveelheid lucht tussen de ijskristallen. Als weermodellen een neerslagsom van 5 millimeter (regen) berekenen kan dat dus betekenen dat er 5 centimeter sneeuw valt. Als de dichtheid echter hoger is kan het ook zomaar dat er uiteindelijk maar 3,5 centimeter sneeuw ligt. Ook is het lastig dat de diepte van de sneeuw veel meer opvalt dan een hoeveelheid regen. Wordt er 3 mm regen verwacht maar valt er 5 millimeter dan valt dat natuurlijk nauwelijks op. Valt er echter 5 centimeter sneeuw in plaats van 3 dan kan dat al heel anders ogen.

Theo van Dalen, Putten.jpeg
Wordt het 3 centimeter? Wordt het 5 centimeter? Zulke verschillen zijn lastig te verwachten met sneeuw, vanochtend lag er in Putten, bij Theo van Dalen, in ieder geval al een mooi laagje van het witte goud. 

Stuwwallen 
Vaak hoor je in dit soort situaties dat er hogerop meer sneeuw wordt verwacht. Nu is Nederland natuurlijk een behoorlijk vlak land en toch zijn er hoogteverschillen te vinden. Vaak wordt gedacht aan de Limburgse heuvels maar op andere plekken in het land komen ook hoogteverschillen voor. De stuwwallen op de Veluwe bijvoorbeeld, die tot zo’n 100 meter boven zeeniveau reiken. Maar ook de Utrechtse heuvelrug of de iets kleinere stuwwallen in Overijssel kunnen al een verschil maken.
Dit verschil is te verklaren met het temperatuurprofiel dat we normaal gesproken zien in de atmosfeer. Elke 100 meter hoogtestijging gaat er gemiddeld 0,6 graden Celsius van de temperatuur af. Dit proces heet de ‘lapse rate’ van temperatuur en is behoorlijk complex. Op de heuvels in Nederland kan het dus een paar tienden van een graad kouder zijn dan in het laagland. Laat dat nou net het verschil zijn tussen natte sneeuw en de vorming van een sneeuwdek in situaties als die van vannacht.

sneeuwvalgrens 02 - WEER (1).jpg
De sneeuwvalgrens kans soms precies zo liggen dat het topje van een heuvel sneeuw krijgt terwijl er beneden nog natte sneeuw of regen valt. 

Ook zorgen heuvels voor opstuwing van lucht, dit zorgt er op zijn beurt weer voor dat de neerslagintensiteit toeneemt. Met een toenemende neerslagintensiteit neemt de temperatuur verder af door neerslagafkoeling. Ook dit proces maakt dat het op heuvels, al zijn ze aan de lage kant, net het verschil kunnen maken en er daar een dikker sneeuwdek kan vormen.
Daarnaast hebben de stuwwallen van de Veluwe een andere ondergrond dan bijvoorbeeld de Betuwe. Op de Veluwse ‘hoogtes’ vinden we veelal zandgronden. In andere (grote) delen van ons land vinden we echter veel klei als ondergrond. Klei geleidt warmte beter dan zand en dat heeft in combinatie met de bodemwarmte invloed op het sneeuwdek. Door een kleigrond heeft de warme bodem namelijk meer effect op het smelten van sneeuw. Zandgrond isoleert iets beter, de warmte van de grond kan daar dus moeilijker het sneeuwdek aantasten.

Toch een verwachting:
Al met al maken bovenstaande factoren de precieze verwachting voor het sneeuwdek dat we vannacht kunnen verwachten erg complex. Hoe snel zal de smelt door bodemwarmte zijn? Ligt de neerslagintensiteit aan het begin hoog genoeg om meteen een sneeuwdek te kunnen vormen? Hoe lang blijft de sneeuw in natte vorm vallen en wanneer gaat het over in vaste vorm? Ook weermodellen hebben moeite met deze processen, sommigen zijn zelfs niet eens echt te modelleren. We zien dan ook dat de verschillende modellen met behoorlijk andere resultaten komen voor een sneeuwdek.

31-3 blog sneeuwval modelvergelijking.png
De modellen hebben moeite met de exacte hoeveelheid en locatie van de sneeuwval vannacht. Wel is duidelijk te zien dat het midden, westen en noorden de grote kanshebbers op de meeste centimeters zijn, ook is de Veluwe goed te zien in veel kaartjes.  Bronnen: Kachelmannwetter.de en WXcharts.com.

Vanmiddag begint de sneeuwval al in het noordoosten van het land. Daar kan tot aan de avond al een sneeuwdek van 3 tot 5 centimeter vallen. Lokaal kan het sneeuwdek nog iets verder aangroeien. Zo rond middernacht wordt het vanuit het noorden langzaam droger. De neerslag concentreert zich op dat moment op het midden van het land. Daar lijkt tot en met de tweede helft van de nacht ook regionaal 5 centimeter mogelijk te zijn. Op de stuwwallen groeit het sneeuwdek misschien wel aan tot bijna 10 centimeter! De allerhoogste punten op de Veluwe zijn waarschijnlijk de sneeuwklapper, daar kan het dek tot 15 centimeter aangroeien en misschien nog wel verder. De kans dat we zulke hoeveelheden in het laagland zien is niet zo heel groot, al kan er onder gunstige omstandigheden lokaal wel meer dan de verwachte 5 centimeter vallen. Vooral in het midden en westen van het land kan het morgen nog wel een vervelend drukke ochtendspits worden door de sneeuwval van de uren daarvoor.
Als de ochtend begint zal de neerslag vooral nog in het zuiden en wellicht het uiterste oosten aanwezig zijn. De intensiteit lijkt dan wel lager te liggen, dus het sneeuwdek zal in het zuiden iets minder hard aangroeien. Het zuidwesten zou nog tussen de 2 en 5 centimeter mogen verwachten, het zuidoosten moet het met 1 tot 2 centimeter doen. Later morgen trekken er mogelijk nog wel enkele sneeuwbuien over het zuidoosten. Daar zou het sneeuwdek in de heuvels dan nog even de 3 centimeter aan kunnen tikken.
Morgen overdag smelt de sneeuw overigens al wel behoorlijk snel weg. De temperatuur ligt tussen de 3 en 4 graden, alleen in het (zuid)oosten is het kouder met 1 tot 3 graden. De bodemwarmte laat de sneeuw echter ook smelten, dus sneeuwpret is alleen ’s ochtends vroeg mogelijk. Morgenmiddag zal er op veel plekken alleen nog slush over zijn. Toch is het leuk dat enkele van de vele volkswijsheden die met het weer te maken hebben weer eens uitkomen. Maart roert zijn staart en aprilletje zoet heeft nog wel eens een witte hoed...

nacht.png
Vannacht vooral in een strook over het midden van het land sneeuwval, in het noorden is het dan al grotendeels opgehouden met sneeuwen en in het zuiden moet de neerslag eerst nog overgaan van natte sneeuw in droge sneeuw. 


31-03-2022 om 10:15 door Leander de Wit


Lees meer:

Een moment geduld aub...
Een moment geduld aub...