Gisteren is de astronomische winter begonnen, maar van winterweer is nog altijd totaal geen sprake. Sterker nog, het lijkt af en toe wel herfst buiten! Ook vandaag, maar zeker ook morgen verlopen alles behalve droog… Er staat weer een aardige hoeveelheid regen op het programma. Dit wisselvallige weer hebben we allemaal te danken aan de zogenaamde weerfronten. Deze fronten zijn ook bij RTL Weer te zien in een animatie met allemaal gekleurde lijntjes. Wat zijn die lijnen eigenlijk en hoe ontstaan ze?
Gisteren was het al klets- en kletsnat buiten, en daar komt voorlopig nog weinig verandering in. Morgen belooft opnieuw een natte dag te worden. Dit heeft allemaal te maken met zogenaamde weerfronten.
Het ontstaan van fronten: frontogenese
Rond onze breedtegraad bevinden we ons eigenlijk constant op het grensvlak tussen verschillende luchtsoorten: polaire lucht in het noorden en tropische lucht in het zuiden. De plek waar deze twee luchtsoorten elkaar tegenkomen kan worden gezien als het polaire front. Dít is de plek waar de meeste depressies zich ontwikkelen. Op het grensvlak tussen deze twee verschillende luchtmassa’s kunnen zogenaamde fronten ontstaan. Het proces van het ontstaan van fronten noemen we in de meteorologie ‘frontogenese’.
Het begint eigenlijk allemaal met het feit dat er verschillen bestaan in de luchtsoorten rondom onze breedtegraad. Ten zuiden van ons land bevindt zich (sub)tropische lucht en ten noorden van ons land juist polaire lucht. Het zogenaamde polaire front vormt het grensvlak tussen deze twee luchtsoorten.
De theorie van de ‘Noorse School’ (bekend binnen de weerkunde) geeft eigenlijk aan dat depressies (lagedrukgebieden) zich kunnen ontwikkelen uit zogenaamde golven rond dit grensvlak. Dit vormt eigenlijk de bron van storingen. Als lucht vanuit de hogere breedtegraden naar het zuiden stroomt, botst het als het ware met de relatief warmere lucht uit het zuiden. In combinatie met de draaiing van de aarde kunnen er eigenlijk kleine golfjes (verstoringen) ontstaan in deze luchtbegrenzing. En deze kleine golfjes kunnen vervolgens uitgroeien tot steeds grotere golven.
Kleine verstoringen kunnen zorgen voor zogenaamde golfjes in dit polaire front. Warme lucht trekt wat naar het noorden en koelere lucht zakt wat naar het zuiden. De natuur streeft eigenlijk constant naar evenwicht: het wil de verschillen in temperatuur verkleinen en doet dat dus door het verplaatsen van de luchtsoorten.
Deze kleinere golfjes kunnen vervolgens uitgroeien tot steeds grotere golven waardoor er fronten ontstaan (in deze afbeelding een warmte- en koufront).
Uiteindelijk kan er een lagedrukgebied ontstaan met de kenmerkende ‘krul’ van bewolking die als het ware indraait. De regenstoringen rondom zo’n lagedrukgebied kunnen dan worden gezien als fronten. Op grote hoogte komt de stroming uit het westen en dit zorgt ervoor dat het lagedrukgebied (met bijbehorende regenstoringen) wordt meegevoerd richting het oosten.
Na verloop van tijd ontstaat er een volwaardig lagedrukgebied (depressie) met bijbehorende fronten. Deze fronten vormen de overgang naar een andere luchtsoort en dit gaat vaak niet zonder slag of stoot...
Wat zijn fronten dan en waarom valt er dan regen?
Een front geeft dus eigenlijk de overgangszone aan van verschillende luchtsoorten. Er worden binnen de weerkunde drie verschillende fronten onderscheiden: een warmtefront, een koufront en een occlusie-front. Op de weerkaarten kun je de warmte- en koufronten herkennen aan de rode en blauwe lijnen. De occlusie kunnen we herkennen als een paarse lijn. Maar hoe kunnen deze fronten worden onderscheiden?
Warmte- en koufronten
De naam zegt het natuurlijk al: een warmtefront kan eigenlijk worden gezien als een overgang van relatief koele lucht naar relatief zachte lucht. Bij zo’n warmtefront schuift warmere lucht óver de koele lucht heen (aangezien warme lucht lichter is dan koude lucht). De warme lucht wordt dus opgetild en zal afkoelen met als gevolg condensatie (wolkenvorming). Als de bewolking dik genoeg wordt, volgt er regen. Vaak wordt een warmtefront gekenmerkt door lichte (mot)regen en wordt voorafgegaan door wat sluierbewolking.
En je raadt het al: bij een koufront is dit precies andersom. Dan haalt juist de koudere lucht de warmere lucht in. Aangezien de warmere lucht (nog steeds) lichter is dan de koelere lucht, wordt de warme lucht omhoog gestuwd. Bij een koufront gaat dit sneller dan bij een warmtefront met als gevolg dat een koufront vaak gekenmerkt wordt door zwaardere buien dan een warmtefront. In de zomer kan dit ook voorkomen: dan zien we na een warme zomerdag soms stevige onweersbuien onze kant op komen!
Misschien heb je er wel eens van gehoord: warmte- en koufronten. Voor allebei geldt dat het weerbeeld vaak wordt gekenmerkt door neerslag (bij een koufront vaak heftiger en minder langdurig dan bij een warmtefront). Deze neerslag ontstaat door het feit dat de lucht wordt opgetild, afkoelt, condenseert en er dus wolkenvorming (en uiteindelijk neerslag) optreedt.
En een occlusie dan?
En dan denk je misschien: dan hebben we alle fronten toch gehad? Nou, niet helemaal. Er bestaat nog zoiets als een occlusiefront. Dat kan worden gezien als het gedeelte waarbij een koufront een warmtefront heeft ingehaald. Het gevolg is dus dat de koude lucht de iets minder koude lucht omhoog duwt. Aan de grond zien we dan helemaal geen warme lucht meer, die is namelijk helemaal opgetild. Het proces van het stijgen van lucht vindt hier dus ook plaats en dús valt er ook bij een occlusiefront regelmatig regen!
Bij een occlusiefront heeft het koufront het warmtefront ingehaald met als gevolg dat er zich helemaal geen warme lucht meer aan de grond bevindt.
Een kijkje op de weerkaart
De afgelopen tijd en ook vandaag en morgen staat er opnieuw regen op het programma. En dat is zeker niet gek, aangezien er genoeg fronten (behorend bij verschillende lagedrukgebieden) vlakbij Nederland liggen. Neem bijvoorbeeld vannacht: er worden grote verschillen in temperatuur verwacht. In het noorden liggen de temperaturen onder de 5 graden, maar in het zuiden van het land blijft de temperatuur in de dubbele cijfers steken. Dit komt ook door een front dat boven ons land ligt en dus een scheiding vormt tussen twee verschillende luchtsoorten. Een front kan dus voor enorme verschillen in temperatuur (en weerbeeld) zorgen!
De weerkaart van aankomende nacht laat ook zien dat het nog even niet droog zal gaan worden. Zoals je nu weet, geeft het rode lijntje nabij Nederland een warmtefront aan met aan de achterzijde (ten zuiden) ervan dus warmere lucht (zie de rode pijlen). Ten noorden daarvan echter is relatief koelere lucht aanwezig. Op de grens van deze luchtsoorten (het warmtefront) kan het stevig gaan regenen.
De weerfronten zijn dus cruciaal voor het bepalen van het weerbeeld. De overgang naar verschillende luchtsoorten gaat namelijk vaak niet zonder slag of stoot en kan bij ons voor veel wisselvalligheid zorgen (zoals de laatste dagen het geval is). Benieuwd wanneer we van die wisselvalligheid af zijn? Check het weerbericht!