Op een rustige en zonnige zomerdag hebben we er niet zo veel last van, maar op een dag als vandaag valt er soms bijna niet tegenin te fietsen! Hoe ontstaat wind eigenlijk en waarom waait het soms hard en soms zacht? Je leest het hier!
Wat is wind en waardoor wordt het gevormd?
Wind is heel simpel het verplaatsen van luchtdeeltjes in onze atmosfeer. Dit is een proces dat altijd plaatsvindt op onze aarde. Er zijn heel veel, vaak moeilijke, natuurkundige processen die achter wind zitten, maar in principe wordt wind veroorzaakt door hoge- en lagedrukgebieden.
Hoge- en lagedrukgebieden. De lucht stroomt van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
Laten we beginnen bij een lagedrukgebied. Het is over het algemeen bekend dat een lagedrukgebied in de buurt van Nederland geen goed nieuws kan zijn. Vaak betekent dat slecht weer!
Bij een lagedrukgebied stijgt de lucht. Hierdoor condenseert de lucht uiteindelijk en vormen er regenwolken, waardoor het dus nat wordt. Het is alleen wel zo, dat we niet alleen maar lucht weg kunnen nemen en omhoog kunnen sturen en een "tekort" aan lucht over houden. We moeten de lucht ook aanvullen.
Die aanvulling komt van een hogedrukgebied vandaan. Daar zijn juist dalende luchtbewegingen en is er aan de grond een "overschot" aan lucht. Kun je het al raden? De lucht stroomt van het overschot naar het tekort. De lucht gaat dus van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied. Dit gebeurt boven onze hoofden, namelijk nabij de grond. Hoog in de atmosfeer stroomt de lucht juist naar een hogedrukgebied en zo is de cyclus rond en stroomt lucht van de ene naar de andere plek: wind!
Wat bepaalt dan de windkracht?
Hoe hard het waait, heeft met iets genaamd "gradiënten" te maken. Dat is de mate waarin de luchtdruk over een bepaalde afstand daalt. Zie het als een auto dat zonder handrem en in z'n vrij op een helling staat. Stel dat de gradiënt zwak is, dan is de helling niet zo steil en rolt de auto rustig naar beneden: het waait niet zo hard. Als de gradiënt sterk is, zou het een steile helling zijn en rolt de auto hard naar beneden: het waait hard.
Hoe sterk zo'n gradiënt nu is, hangt af van hoe dicht de lijnen van gelijke luchtdruk (isobaren) bij elkaar liggen. Hoe dichterbij elkaar, hoe harder het waait. Op een dag als vandaag, zie je zoiets dus goed terug op de weerkaart zoals die hieronder staat.
De weerkaart voor vandaag: de witte lijnen zijn de isobaren en liggen dichtbij elkaar, wat een indicatie is dat het flink door kan waaien!
Storm
Binnen de meteorologie gebruiken we veel termen, waaronder "storm" en "zware" windstoten. Maar wanneer spreken we nu werkelijk over een echte storm?
Voor een storm zijn er duidelijke regels: op een van de KNMI weerstations moet gemiddeld over een periode van een uur windkracht 9 gemeten worden. Pas dan is er sprake van een echte storm. Voor een zware storm is dat windkracht 10 en voor een zeer zware storm is dat zelfs windkracht 11! Bij windkracht 12 spreken we van orkaankracht. Vandaag was geen sprake van een storm in Nederland, de maximale windkracht was 8 beaufort. Wel zijn er windstoten gemeten van meer dan 90 km/u.
De criteria voor de verschillenden soorten stormen.