Winterliefhebbers kijken met argusogen naar wat zich op 30 kilometer hoogte boven de noordpool afspeelt. Voor de komende dagen zijn er aanwijzingen dat deze luchtlaag plots snel opwarmt, wat mogelijk een winteruitbraak op het noordelijk halfrond kan veroorzaken.
Regen, regen, regen
Het jaar 2023 loopt op z'n laatste benen, maar het is nu al zeker dat het huidige jaar de boeken in gaat als zachtste en natste sinds het begin van de metingen. De afgelopen kerstdagen waren de op één na zachtste ooit gemeten en verre van wit. Daarnaast warmt de wereld, en Nederland en België, onverminderd op. Niet bepaald omstandigheden waar de winterliefhebber vrolijk van wordt. Toch speuren meteorologen met een winterhart de atmosfeer af naar sprankjes hoop voor winterweer. Één strohalm is iets wat zich momenteel afspeelt 30 kilometer boven de noordpool.
Straalstroom
Rondom de noordpool waait op 10 kilometer hoogte van west naar oost een harde wind, de straalstroom. Hiermee worden momenteel lagedrukgebieden met regen en wind onder andere over ons land heen geslingerd en hebben wij kletsnat weer. De straalstroom omsluit daarnaast als het ware de winterkou en zorgt ervoor dat de koude lucht zich concentreert rondom de noordpool. Om winterweer te kunnen krijgen zou het dus prettig zijn als de straalstroom eens een toontje lager gaat zingen en de koude lucht naar het zuiden kan ontsnappen.Links: de normale situatie; Rechts: Een plotseling opgewarmde stratosfeer met afgezwakte winden rondom de noordpool. (Bron: NOAA)
Opwarming van stratosfeer
Op 30 kilometer hoogte, in de stratosfeer, boven de noordpool kan de straalstroom worden getemd. In de stratosfeer waait namelijk ook een harde wind van oost naar west rondom de noordpool, de stratosferische straalstroom. Om de 2 à 3 jaar komt het voor dat de lucht in de stratosfeer plots enorm opwarmt. Door deze opwarming ontstaat in de bovenlucht boven de noordpool een hogedrukgebied. Rondom een hogedrukgebied waait de wind de andere kant op: van oost naar west. Hierdoor wordt de west-oost georiënteerde stratosferische straalstroom afgeremd. Als gevolg daarvan kan ook de straalstroom in de lager gelegen troposfeer, op 10km hoogte, worden afgeremd en gaan zwabberen rondom de noordpool. Koude lucht kan hierdoor ontsnappen naar lagere breedtegraden.
De plotselinge opwarming van de stratosfeer begint zich in de eerste week van januari 2024 af te tekenen in de weerkaarten. De temperaturen in de stratosfeer worden plaatselijk 40 graden hoger dan gemiddeld berekend. (Bron: ECMWF)
Ook de stratosferische straalstroom zwakt af of draait zelfs om. Vanaf zondag 7 januari duiken meerdere lijntjes onder 0, wat er op duidt dat de wind op 30km hoogte van oost naar west gaat waaien ipv west naar oost. (Bron: ECMWF)
Winterweer
Op dit moment zijn signalen dat de stratosferische straalstroom afzwakt en de stratosfeer boven de noordpool flink opwarmt in de eerste week van het nieuwe jaar. Uiteindelijk duurt het hierna nog een paar weken voordat ook in de lagere delen van de atmosfeer merkbaar worden en koude lucht vanuit de noordpool kan ontsnappen naar lagere breedtegraden. Waar uiteindelijk een kou-uitbraak zich in de loop van januari gaat aftekenen blijft moeilijk te voorspellen. De koude lucht kan afzakken naar Amerika, Azië of Europa. Of Nederland en België ook een koudere periode voor de kiezen krijgt is vooralsnog niet met zekerheid te zeggen. Op basis van statistiek kunnen wel enkele conclusies gemaakt worden. In de eerste 45 dagen na een plotselinge opwarming van de stratosfeer boven de de noordpool komen gemiddeld 3 ijsdagen in Nederland, in de Bilt, voor tegenover een langjarig gemiddelde van 2 ijsdagen in 'normale' omstandigheden. De verschillen zijn echter groot, in januari 2019 werden er 2 ijsdagen gemeten na een opwarming van de stratosfeer, terwijl in 2013 13 ijsdagen geteld werden in de eerste 45 dagen na de SSW. In 2021 waren dit er 7. We kunnen dus wel stellen dat een plotselinge opwarming van de stratosfeer gemiddeld gezien voor zowel Nederland als België iets kouder weer brengt.